Page 195 - In de ban van bloedstolling
P. 195
merman in Californië een antilichaam voor factor VIII had be- reid. Niet veel later slaagde Bouma er zelf in om met behulp van Zimmermans technieken zo’n antilichaam te bereiden in het Utrechtse laboratorium. Het viel op dat plasma van een hemofilie A-patiënt zonder actief factor VIII wel een eiwit be- zat dat reageerde met de antistof. Bovendien ontbrak deze reagerende stof in het plasma van een patiënt met de ziekte van Von Willebrand. In 1972 publiceerden Bouma en Van Mou- rik hun bevindingen in een artikel in Nature en concludeerden dat óf normaal plasma een molecuul dat zowel afwijkende fac- tor VIII als bloedplaatjesactiviteit kan corrigeren óf dat deze twee functies zijn gelegen op twee verschillende moleculen die met het gebruikte antilichaam niet konden worden onder- scheiden.
Er was weliswaar aangetoond dat in het geval van patiënten met de ziekte van Von Willebrand gezuiverd factor VIII de bloedpareltest met hun bloed in vitro kon corrigeren, maar daarmee was nog niet bewezen dat dit ook in vivo het geval was. Bouma en zijn team besloten daarom het gezuiverde fac- tor VIII-preparaat bij honden met de ziekte van Von Willebrand toe te dienen en toonden aan dat de bloedingsneiging inder- daad wordt verholpen met het preparaat. Bij de test werd een klein bloedvat doorgesneden en met behulp van een micro- scoop werd de bloedingstijd bepaald. De correctie daarvan door het factor VIII-preparaat was voor Bouma en Van Mourik hét bewijs dat ze met de VWF te maken hadden. Dankzij deze vinding konden patiënten met ernstige bloedingsneiging als gevolg van de ziekte van Von Willebrand nu effectief worden behandeld.
171