Page 202 - In de ban van bloedstolling
P. 202

Aan de hand van steeds weer nieuwe raadsels uit de kliniek werd gaandeweg duidelijk dat de hemostase niet langer, zoals in het schema van Morawitz en het cascademodel, simpelweg beschreven kan worden als een keten van enzymreacties. Het Nederlandse onderzoek toonde overduidelijk dat vaatwand, plaatjes en stollingsfactoren onlosmakelijk en op complexe wijze met elkaar verbonden zijn om op het juiste moment, op de juiste plek een stolsel van de juiste omvang te vormen en weer af te breken. Uiteindelijk leidden de Utrechtse ontdek- kingen wederom tot herziening van het stollingsmodel.
Het Utrechtse model: van cascade naar vliegwiel
Dat de gezonde vaatwand actief betrokken is bij het voorko- men van stolselvorming werd in de jaren negentig opnieuw bevestigd door Bouma’s onderzoekers. De cruciale rol van het endotheel in de stollingsremming bleek in Utrecht uit stu- dies naar in de kliniek gevonden proteïne C en S deficiënties, die ernstige tromboseneiging veroorzaken. Deze toonden aan dat de binding van proteïne S aan de fosfolipiden van en- dotheelcellen noodzakelijk is om als cofactor voor stollings- remmer APC op te treden. Weer werd duidelijk dat vaatwand en stollingsfactoren voortdurend samenwerken voor efficiënte bloedstelping.
Het begrip van de hemostase als complex systeem resulteer- de ook in Utrecht in een andere belangrijke herziening van het stollingsmodel – ditmaal omtrent het raadsel rond de in vivo functie van factor XI. Hoewel collageen in het subendotheel, dat na verwonding in contact met bloed komt, factor XII en XI
178


































































































   200   201   202   203   204