Page 203 - In de ban van bloedstolling
P. 203
activeert, was duidelijk dat deze contactactivering maar een zeer beperkte rol speelt in het menselijk lichaam. Afwijkingen in factor XI en XII veroorzaakten in de meeste gevallen dan ook geen ernstige bloedingen of trombose. In de jaren negen- tig benadrukte Bouma’s vakgroep het fysiologische belang van factor XI voor de trombine-explosie.
Dankzij het succes van de studies naar de VWF onderhield Utrecht intensief contact met het Scripps Research Institute in La Jolla waardoor zowel Bouma als Van Mourik, later gevolgd door hun pupillen, enige tijd in de VS doorbrachten. Tijdens zijn verblijf in Californië in de jaren zeventig bestudeerde Bou- ma de activatie van de stolling via contactfactoren XI en XII. Samen met zijn Amerikaanse collega’s schreef hij tal van arti- kelen en zuiverde als eerste factor XI uit menselijk plasma. Na Bouma’s terugkeer werd het onderzoek naar contactactivatie in Utrecht voortgezet. Factor XI bleek in vivo niet hoofdzake- lijk te worden geactiveerd als gevolg van contact met colla- geen in de verwonding, maar vooral door trombine in een te- rugkoppelingsmechanisme. Hierdoor ontstaat er een explosie van trombine, die met tussenkomst van het in Leiden gevon- den enzym TAFI de fibrinolyse weet uit te stellen.
Ook in Utrecht werd steeds meer duidelijk dat de fysiologi- sche processen van stollingsactivatie, versnelling, remming en afbraak niet afzonderlijke processen zijn, maar onderling ver- bonden blijken. Daarbij kwam ook vast te staan dat trombine- vorming niet slechts één stap in de keten van stollingsreacties is, maar een sleutelrol in de regulering van de gehele hemo- stase vervult. Bouma stelde daarom een stollingsmodel op dat dit onderlinge verband tussen de processen van de hemosta-
179