Page 238 - In de ban van bloedstolling
P. 238
Kanker en trombose: een onderschatte combinatie
Een van de voornaamste risicofactoren voor het optreden van veneuze trombose en longembolie is de aanwezigheid van een tumor. Het verband tussen kanker en trombose werd al sinds de 19e eeuw – eerst door Jean Baptiste Bouillaud en later door Armand Trousseau – aangetoond. Het optreden van trombose bij kankerpatiënten wordt ook wel het Trousse- au syndroom genoemd. Dat dit syndroom genoemd is naar Trousseau, en niet naar Bouillaud, heeft alles te maken met iro- nie. Na jarenlang onderzoek, diagnosticeerde Trousseau zich- zelf met thromboflebitis. Hij sprak daarna de inmiddels legen- darische woorden ”Ik ben verloren: een aderontsteking die zich vannacht heeft geopenbaard, laat geen twijfel meer toe over de aard van mijn ziekte.” Inderdaad overleed Trousseau een half jaar later aan maagkanker.
Ongeveer 20% van alle trombosegevallen heeft kanker als onderliggende oorzaak. Tevens is trom- bose de tweede doodsoorzaak in kankerpatiën- ten, na de kanker zelf. Trombose komt het meest vaak voor bij typen kanker met een hoge agressi- viteit, zoals alvleesklierkanker, longkanker en her- sentumoren. Trombose kan worden veroorzaakt door de tumor zelf –alhoewel niet precies bekend is hoe de aanwezigheid van een tumor trombose teweegbrengt, Maar de behandeling ervan – het operatief verwijderen van de tumor of het toedie- nen van chemotherapie – leidt ook tot een hoger
risico. Gedacht wordt dat vaatschade door de behandeling
214