Page 87 - In de ban van bloedstolling
P. 87
Trombose: het levensbedreigende gevaar van stolsels
Bij trombose vormt zich een stolsel – of trombus – in een bloedvat dat de doorstroom belemmert. Als dit stolsel in ade- ren ontstaat wordt van veneuze trombose gesproken. Een trombus in slagaders heet arteriële trombose.
Zo’n ongewenst stolsel
kan losschieten en el-
ders, bijvoorbeeld in de
longen, het hart of de
hersenen, de bloedstroming afsluiten. Het stolsel wordt dan een embolus – naar het Griekse woord έμβολος of émbolos dat plug of verstopping betekent. De afsluiting die het losgeschoten stolsel elders veroorzaakt wordt een embolie genoemd. Zulke stolsels hebben dikwijls, zeker wanneer ze onbehandeld blijven, een fatale afloop, omdat de toe- en afvoer van voor weefsel noodzakelijke stoffen gehinderd wordt en het weefsel zal afsterven. Dit afsterven wordt een infarct genoemd.
De Vries’ leerling Henk Kettenborg was na zijn promotie op bloedplaatjes een van de initiatiefnemers van een trombose- dienst in de hoofdstad. Bijgestaan door een wijkverpleegkun- dige begon hij in 1953 met ambulante stollingsbepalingen bij Amsterdamse trombosepatiënten. De testen werden in de be- ginperiode uitgevoerd in de Nederlands Hervormde Diako- nessen Inrichting die een klein gedeelte van haar laboratorium nabij het Wilhelmina Gasthuis op de Overtoom beschikbaar stelde. Onder Kettenborgs leiding groeide de dienst snel. In
63