Page 97 - In de ban van bloedstolling
P. 97

Bovendien neemt de kans op trombose aanzienlijk toe door de aanwezigheid van weefselfactor bij verwondingen als gevolg van operaties en trauma. In combinatie met bedrust is het gevaar van trombose voor postoperatieve patiënten dus aanzienlijk. Tenslotte zijn er ook oorzaken van meer algemene aard zoals ouderdom, roken en overgewicht.
Hoewel Ten Cate zich hoofdzakelijk had beziggehouden met onderzoek naar antistolling en trombose, ontfermde hij zich ook over de behandeling van hemofiliepatiënten. In 1975 kwam Cees Breederveld naar het laboratorium van Ten Ca- te om aan zijn promotieonderzoek naar hemofilie te werken. Breederveld wilde alles van de bloederziekte weten, met name over de behandeling, omdat zijn pasgeboren zoon aan hemo- filie B leed. Voor zijn zoon was net medicatie beschikbaar ge- komen zodat hij relatief ongestoord kon opgroeien. Een pati- ënte met een ernstige en zeldzame factor V-deficiëntie spoor- de hem aan deze bloedingsneiging te bestuderen. Ook was Breederveld zeer betrokken bij de uitbreiding van zelfbehan- deling bij hemofilie.
Ten Cate was naast een toegewijd vakman ook een bezield leermeester. Hij genoot van de samenwerking met zijn assis- tenten. Daarbij schroomde hij niet zijn contacten aan te wen- den om hen naar vooraanstaande laboratoria over de hele we- reld uit te zenden en zich daar tot specialist te ontwikkelen: Johan Kastelein ging naar Vancouver voor het lipidenonder- zoek, Guus Sturk analyseerde bloedplaatjes in Londen en San- der van Deventer vertrok naar New York om daar studies naar ontstekingsmechanismen te verrichten.
73


































































































   95   96   97   98   99