Page 95 - In de ban van bloedstolling
P. 95
Büller, veneuze trombose en evidence based medicine
Harry Büller, één van Ten Cate’s pupillen, zou profiteren van deze contacten en nieuwe technieken. Büller studeerde in 1979 af in de geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Hij leerde Ten Cate kennen toen zijn vrouw na haar zwangerschap bij hem onder behandeling was voor een melkbeen – diep ve- neuze trombose in het been tijdens de zwangerschap. Büller kwam te werken in het laboratorium van Ten Cate waar hij bin- nen twee jaar zijn promotieonderzoek naar de werking van an- titrombine afrondde. Samen met zijn leermeester, met wie hij bevriend bleef, zou hij een groot stempel drukken op het Am- sterdamse onderzoek – met name op het gebied van de be- handeling van diep veneuze trombose.
Diep veneuze trombose en longembolie
Diep veneuze trombose, DVT, ook trombose-, kraam- of melkbeen genoemd, ontstaat in aders die diep in benen en bekken liggen. Het begint met een propje van bloedplaatjes en fibrine – de zogenaamde ’wit- te kop’ van het trombus. Aangezien de bloedstroom traag is, of zelfs afwezig, kan de trombine die in het propje wordt gevormd het omliggende bloed doen stollen. Zo kunnen er stolsels van tien centimeter of meer ontstaan. Als zulke stolsels in de bloedbaan meegevoerd worden kunnen zij een levensbedrei- gende longembolie, of pulmonaire embolie (PE), ver- oorzaken.
71