Page 130 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 130

118 Bloedstolling en bloedingsneiging Foto IX.3
A.A. Hijmans van den Bergh (1869-1943) (© KNAW-fotoarchief, met toestemming)
Ondanks zijn natuurwetenschappelijke insteek bleef Hijmans van den Bergh clinicus. Maar die dubbele benadering was in die tijd een labiel evenwicht. Dat Hijmans van den Bergh van dat evenwicht zijn levenswerk had gemaakt, blijkt uit een ‘In memoriam’ in het Jaarboek van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen 1943/44, geschreven door Evert Gorter.11 Deze expliciteerde dat dilemma met de woorden van Lord Horder [Thomas Jeeves Horder (1871-1955)] uit 1936, welke werden uitgesproken bij diens afscheid als do- cent in de interne geneeskunde aan Bartholomew’s hospital12:
‘Whatever may be the special branch of medicine that attracts us, it is commonly accepted that it is at the bedside where, on the one hand, the vital expressions of diseases are manifested, and where, on the other, the contributions made by the laboratory, both to diagnosis and to therapy, must eventually be tested. ‘Les malades, toujours les malades.’ But medicine provides such a large field for human inte- rest and activity that there are many points at which a man may branch off into a whole life’s work of relatively detached scientific effort. Any one of these digressions may take him so far away from the patient that, quite joyfully and quite successfully, he may make valuable contributions to what becomes, in effect, pure science. He may then be tempted to consider clinical medicine but a poor affair, scarcely worth the pursuit of a trained intelligence. Whereas I [Lord Horder] regard it as a very inviting field for the most highly cultivated minds - a field in which meagre achievement, far from indicating an essential poverty in the soil that is being tilled, signifies only that the husbandman is not always as alert and well equipped as he might be.’
Gorter haalde deze woorden aan om te illustreren hoe moeilijk het dilemma was geweest waarvoor Hijmans van den Bergh - en impliciet hijzelf natuurlijk - in zijn carrière had ge- staan. Desondanks was de overledene erin geslaagd om belangrijk natuurwetenschappelijk werk te doen zonder zich daarin geheel te verliezen; hij bleef ook een begenadigd clinicus.


































































































   128   129   130   131   132