Page 27 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 27
I. Een historisch-analytische inleiding 15
De speurtocht naar persoonlijke archieven moge dan tamelijk vruchteloos zijn geweest, wel konden een aantal organisatie-archieven ontsloten worden, waarvoor de auteur de beheer- ders veel dank is verschuldigd: Nederlandse Rode Kruis (NRK), Den Haag: archief van de Trombosediensten van het NRK; Nederlandse Rode Kruis (NRK), Den Haag: archief van het Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusiedienst van het NRK; Nederlandse Rode Kruis (NRK), Den Haag: archief van Centrale Medische Bloedtransfusie Commissie van het NRK; Nederlandse Vereniging van Hemofilie Behandelaren, Utrecht; Nederlandse Vereniging van Hemofilie Patiënten, Nijkerk; REferentie instituut Laboratoriumonderzoek AntistollingsControle, Leiden (RELAC); Trombosestichting Nederland, Voorschoten (TSN).
Op basis van gesprekken met de bovenstaande personen en van archief- en literatuuron- derzoek is geprobeerd een eerste indruk te geven van hoe klinisch en natuurwetenschappe- lijk onderzoek is verknoopt met persoonlijke drijfveren en ambities, met samenwerking in onderzoeksteams en samenwerking op lokaal, nationaal en internationaal niveau. Vanwege de nadruk die decennia lang is gelegd op wetenschappelijke publicaties en impactfactoren van tijdschriften, is een indruk ontstaan dat citatiescores uitmaken hoe de ‘eredivisie’ van het T&H-onderzoek eruit ziet. Inmiddels wordt - na een leerproces van vele jaren waarin de wal het schip heeft gekeerd - algemeen ingezien dat een ‘Hirsch-index’, of rendementsdenken in het algemeen, niet de ideale meetlat is om wetenschappelijk onderzoek te evalueren.
Hopelijk spreekt uit dit boek dat de samenwerking tussen onderzoekers, clinici, patiënten, post-docs, promovendi en ondersteunend personeel de crux is geweest van het succes van het veld van hemostase en trombose in Nederland. Dat er telkens weer, nu al drie à vier generaties lang, nieuwe T&H-onderzoekers zijn vormt het ultieme bewijs dat de erflaters vruchtbare grond hebben achtergelaten.
Jan Klerkx van Bèta Vertalingen, Maastricht, heeft geprobeerd mij taalkundig op het rech- te pad te houden. Opnieuw heeft de al vele jaren durende samenwerking tussen ons, me voor tal van fouten en valkuilen behoed. Ondanks de ruime hulp die ik van referenten heb mogen ontvangen is uitsluitend de auteur verantwoordelijk voor het gepresenteerde materiaal en alle gevolgtrekkingen die daarop zijn gebaseerd.