Page 25 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 25

I. Een historisch-analytische inleiding 13
Een voor de hand liggend recent voorbeeld van innovatie uit de T&H-wereld en het op- schudden van de infrastructuur is de categorie van nieuwe antistollingsmiddelen. Deze maken de noodzaak tot een nauwgezet monitoren van de bloedstolling door de trombosedienst mo- gelijk overbodig. Een algemene overstap naar deze categorie nieuwe geneesmiddelen zou de T&H-infrastructuur in Nederland op de grondvesten doen schudden, veel personeel overbodig maken maar tevens leiden tot hogere kosten voor de farmaca. Tegelijkertijd hebben dergelijke nieuwe farmaca vaak nog niet alle fasen van klinisch onderzoek in de specifieke Nederlandse context doorlopen.11
Elke innovatie zal - per definitie - de infrastructuur opschudden en dus weerstand onder- vinden. Is een innovatie succesvol, dan wordt deze dan ook vaak gekenmerkt doordat een ‘Maestro’ de stimulans achter de innovatie is. De organisatorische en financiële aspecten van een nieuw systeem moeten worden georkestreerd. Zo’n charismatisch persoon bewaakt de externe contacten en zorgt ervoor dat de spanningen ten opzichte van oudere, concurrerende systemen worden verlicht en beheerst.
Helaas is het in het kader van dit boek nog niet mogelijk om nu al een systematische studie te maken van de infrastructuren van de levenswetenschappen. Dat zij bestaan en belangrijk zijn (geweest) voor de ontwikkeling van het veld van hemostase en Trombose in Nederland is een premisse. Een andere premisse is dat bloed de currency is waarop die infrastructuren zijn gebaseerd. Waar ons energiesysteem gebaseerd is op gas en stroom, en het waterleidingnet gebaseerd is op drink- en afvalwater, is een belangrijk deel van de gezondheidszorg gecon- centreerd rond bloed.
De opbouw van dit boek
Na dit inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk II een summiere uiteenzetting gegeven van de vroege geschiedenis van het verschijnsel bloedstolling en het bloedstelpingsproces (hemo- stase). Dat hoofdstuk heeft twee intenties. Als eerste wordt ter inleiding een aantal termen uit deze processen geïntroduceerd. Als tweede aspect van hoofdstuk II wordt ingegaan op de relatie tussen de natuurwetenschappen enerzijds en de geneeskunde - en bloedstolling en hemostase in het bijzonder - anderzijds.
Na dit warmlopen schetst het tweede deel van het boek de vroege geschiedenis van de eer- ste T&H-organisaties: de trombosediensten, het Centraal Laboratorium van de Bloedtransfu- siedienst van het Nederlandse Rode Kruis (CLB) en de eerste behandeling van hemofilie, resulterend in de Van Creveld-kliniek. Het derde deel van het boek omvat hoofdstukken waarin de eerste erflaters worden gepresenteerd, die werkten in Leiden (VI en VII), Amster- dam (VIII en X) en Utrecht (IX). Het vierde deel omvat drie hoofdstukken waarin een trend naar molecularisering van het T&H-onderzoek wordt beschreven: opnieuw ligt de focus op Utrecht en Amsterdam met de ‘tweede generatie’ werkers (X), de vliegende start van de T&H- biochemie in Maastricht (XI) en tenslotte het Gaubius Instituut in Leiden dat aanschurkte te- gen het meer toegepaste werk - o.a. in samenwerking met TNO (XII). Het vijfde deel betreft meer klinisch-toegepast werk zoals de behandeling van, c.q. profylaxe bij, hemofiliepatiënten (XIII en XIV) en van trombosegevallen (XV). In deel zes komen meer recente onderwerpen aan bod zoals die zijn bestudeerd in Leiden, i.c. erfelijkheid (XVI), de opkomst van evidence- based medicine in Amsterdam (XVII), het leggen van de relatie tussen de bloedstolling sec en de bloedvatwand (XVIII) en tenslotte de ontwikkeling van een nieuwe test in Maastricht (XIX). Het laatste deel bespreekt de organisaties uit de wereld van de hemostase & trombose (XX) en de conclusies ten aanzien van de relatie tussen natuurwetenschap en kliniek (XXI).


































































































   23   24   25   26   27