Page 23 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 23
I. Een historisch-analytische inleiding 11
van ‘school’-vorming.
Net als de periodisering van de geneeskunde zijn ook deze andere twee dimensies slechts
analytische instrumenten. Maar de vooronderstelling van dit boek is dat door deze drie di- mensies te bestuderen we inzicht verkrijgen in de relatie geneeskunde - natuurwetenschap en de rol van individuele personen, instituties en infrastructuren daarin. Daartoe zullen we kort uitweiden over wat we bedoelen met dergelijke infrastructuren.
I.4 Infrastructuren in de levenswetenschappen
De term infrastructuur behoort gewoonlijk tot het domein van grote technologische structu- ren (Large Technical Systems, LTS). Voorbeelden daarvan zijn systemen van vervoer, ener- gie, elektriciteit, telefoon en, het meest recent, internet. Ondanks dat er uiteraard verschillen bestaan tussen een wegenstelsel c.q. een elektriciteitsnet enerzijds en de medische praktijk anderzijds, bestaan er ook belangrijke overeenkomsten. Een sterke analogie is dat het in alle drie de gevallen gaat om een infrastructuur waarin informatiestromen cruciaal zijn.
Infrastructuren zijn de laatste twee decennia meer en meer onderwerp van analyse. Geoffrey C.Bowker en Susan Leigh Star bijvoorbeeld, omschrijven informatie-infrastruc- turen als volgt10:
‘Information infrastructure is a tricky thing to analyze. Good, usable systems disappear almost by definition. The easier they are to use, the harder they are to see. As well, most of the time, the bigger they are, the harder they are to see. ... Systems of classification (and of standardization) form a juncture of social organization, moral order, and layers of technical integration. Each subsystem inherits, increasingly as it scales up, the inertia of the installed base of systems that have come before. Infrastructures are never transparent for everyone, and their workability as they scale up becomes increasingly complex. Through due methodological attention to the architecture and use of these systems, we can achieve a deeper understanding of how it is that individuals and communities meet infrastructure. We know that this means, at the least, an understanding of infrastructure that includes these points: a historical process of development of many tools, arranged for a wide variety of users, and made to work in concert; a practical match among routines of work practice, technology, and wider scale organizational and technical resources; a rich set of negotiated compromises ranging from epistemology to data entry that are both available and transparent to communities of users; a negotiated order in which all of the above, recursively, can function together.’
Dit citaat maakt duidelijk dat het analyseren van een infrastructuur rond hemostase en trombose een complexe opgave is. Echter, het materiaal dat via archief-, literatuur- en interviewstudies beschikbaar is gekomen, maakt een dergelijke ontrafeling mogelijk.
Infrastructuur en T&H
Wat zijn de kenmerken van het T&H-veld als we dat domein interpreteren als een infrastruc- tuur? Een infrastructuur is geen ‘natuurlijk’ gegeven; het is een groeiend fenomeen dat ont- staat uit lokale, regionale, nationale en internationale initiatieven. Inherent aan het opkomen van een infrastructuur is dat er fricties (zullen) ontstaan tussen initiatieven op de uiteenlopende niveaus. Op voorhand is niet duidelijk wie de regels en conventies bepalen en ook niet of con- sensusvorming een proces is dat bottom-up verloopt of top-down. Onduidelijke kwesties en conflicten zullen er altijd zijn, waarbij vragen over (intellectueel) eigendom, management, controle, regulering en toegankelijkheid vaak niet eenduidig te beantwoorden zijn.