Page 22 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 22

10 Bloedstolling en bloedingsneiging
ten. De diagnose wordt immers meestal gesteld vanuit de reeks van ziekteverschijnselen.7 Met de term traditionele geneeskunde bedoelen we ook een bepaalde houding van de arts ten op- zichte van de patiënt. Deze relatie arts-patiënt zal niet zelden paternalistisch zijn geweest maar de patiënt zal dat zeker niet altijd als zodanig hebben ervaren. Dat besef kwam pas toen de verhoudingen begonnen te verschuiven.
Ondanks dat we van de premoleculaire periode spreken was het laboratorium al sterk in opkomst, waar de microbiologie en vooral de chemie werden ingeschakeld om patiënten- materiaal te onderzoeken.8 In die tijd was er nog vaak sprake van een eenvoudig analytisch laboratorium waar de internist zelf of met behulp van een analiste een beperkt aantal chemi- sche, bacteriologische en hematologische onderzoeken deed. Meer gespecialiseerd was het lab in een ziekenhuis waar men streefde naar werkverdeling en differentiatie. Daarbij was het niet ongewoon om het chemisch onderzoek in een andere ruimte te doen dan de plek waar met bacteriologische methoden werd gewerkt.
Molecularisering van de geneeskunde
Vanaf de jaren 1950 was de biochemie sterk in opkomst met in haar kielzog de moleculaire biologie. Vanaf dat decennium kunnen we spreken van een (macro)molecularisering van de geneeskunde.9 Een algemene trend die zich vervolgens in de jaren zeventig voordeed was dat het bedrijfsleven veel meer invloed kreeg op het werk aan de universiteiten. De trend van molecularisering loopt feitelijk nog door tot in de 21ste eeuw, maar om onze chronologie structuur te geven zullen we deze periode laten eindigen in de jaren 1980.
Genetisering van de geneeskunde
Vanaf de jaren tachtig van de 20ste eeuw zette een nieuwe vorm van genetisering in. Het werd mogelijk om erfelijk materiaal te isoleren als specifieke moleculen welke met hulpmiddelen zoals chromatografie gekarakteriseerd kunnen worden. Voor de geneeskunde hield dat in dat de studie van de erfelijkheid niet meer was beperkt tot het fenotype maar dat ook het genotype voor onderzoek toegankelijk was geworden.
Individualisering van de geneeskunde
Rond de overgang van de 20ste naar de 21ste eeuw vond - mede op basis van de genoemde genetisering - een individualisering van de geneeskunde plaats. Zo kan de farmacogenetica worden gebruikt om te onderzoeken of de dosering van medicatie moet worden aangepast op basis van het metabolisme van de individuele patiënt.
De bovenstaande periodisering is eerder ondersteunend bedoeld dan dat er bij het vertellen van het verhaal strikt aan deze chronologie kan worden vastgehouden. Soms laten we een hoofdstuk doorlopen tot voorbij een breuk in de tijdlijn omdat dit de coherentie en begrijpelijkheid ten goede komt. En nogmaals, we gebruiken termen zoals premoleculair, moleculair, genetisch en individualistisch omdat er geen betere etiketten voorhanden zijn en er toch behoefte bestaat om perioden aan te duiden.
– ad (ii)
In de tweede dimensie die door ons verhaal loopt komen organisaties en ‘infrastructuren’ aan de orde. Deze kunnen uiteraard zowel stimulerend als blokkerend werken. Een voorbeeld van het eerste is de hulp van het Nederlandse Rode Kruis die bij de oprichting van trombose- diensten werd ondervonden. Een voorbeeld van het tweede is de controverse die ontstond rond het functioneren van de bloedtransfusiediensten in de jaren 1980 en de vroege jaren 1990.
– ad (iii)
De derde dimensie in het verhaal zijn de wetenschappers zelf. Soms gaat het over individuele bijdragen maar meestal over bijdragen in groepsverband. In sommige gevallen is zelfs sprake


































































































   20   21   22   23   24