Page 362 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 362
Hoofdstuk XXI
Geneeskunde en natuurwetenschap: een bloedstollende relatie
XXI.1 Inleiding: Geneeskunde en natuurwetenschappen
In 1910 verscheen een rapport over de staat van de medische opleidingsinstituten in de Ver- enigde Staten dat al snel het ‘Flexner report’ ging heten. De schrijver was Abraham Flexner (1866-1959), zoon van arme Joodse immigranten in Louisville Kentucky. Hij was gevraagd dit rapport te schrijven omdat hij naam had gemaakt met een nieuwe schoolvorm op basis van progressieve ideeën. In zijn rapport velde hij een hard oordeel over een groot deel van de Medical Schools in Amerika, die in de jaren daarna dan ook gesloten zouden worden. In de ideale opleiding van de Amerikaanse arts werd deze - naar Flexners voorstellen - opgeleid door voltijds aan de school verbonden klinische opleiders (dus zonder eigen klinische prak- tijk). Maar minstens zo belangrijk was dat hij het onmisbaar achtte dat de arts werd opgeleid in de natuurwetenschappen en met name aan de hand van de experimentele methode zoals die in het laboratorium wordt toegepast. In Duitsland had, sinds de jaren zeventig van de 19e eeuw, de medische laboratoriumwetenschap al grote naam gemaakt.4 Op basis daarvan was in Baltimore aan de Johns Hopkins University een medische school opgericht met in het cur- riculum een gedegen laboratoriumopleiding. Johns Hopkins was voor Abraham Flexner het prototype van hoe het zou moeten.
Vijftien jaar na het ‘Flexner report’ verscheen van zijn hand opnieuw een evaluatie van medische opleidingen, nu in een directe internationale vergelijking tussen de V.S. en Europa. Uit dit boek komt het openingscitaat van dit hoofdstuk waarin Abraham Flexner het thema aansnijdt dat de geneeskunde sindsdien al een eeuw beheerst: in hoeverre moet de genees- kunde geleid worden door de natuurwetenschappen en hoe verhoudt dit zich tot de ‘klinische blik’ van de arts. Is er nog ruimte voor geneeskunst?
Het voorgaand citaat van de Britse arts John Fry uit de jaren zestig van de vorige eeuw laat zien dat niet iedereen de zegeningen zag van de fundamentele natuurwetenschappen voor de geneeskunde. Fry beargumenteerde dat wanneer de geneeskunde te veel in handen komt van de laboratoriumwetenschappen en de technologie, dit leidt tot te veel specialisatie met als gevolg het teloorgaan van de zorg voor de patiënt door de (huis)arts - de eerstelijnszorg. En de Britse medisch socioloog Steve Sturdy stelde dat de verwetenschappelijking c.q. de vertechnologisering van de geneeskunde niet zo ver mag gaan dat de holistische blik van de geneeskunst verloren gaat.
Sinds de Tweede Wereldoorlog zijn de natuurwetenschappen ver doorgedrongen op het terrein van de hemostase en trombose. We zouden dit tijdperk kunnen verdelen in drie seg- menten. De eerste vier decennia na de oorlog die zijn te kenmerken als het succes van de