Page 18 - Geluk
P. 18
❦
Na afloop van de colleges maakte Brian, terwijl hij Ben over een afstand van zo’n vijf meter aankeek, met zijn hand, waarin hij een imaginair glas vasthield, een kantelende beweging. Twee lotgenoten hadden elkaar in dat gebaar gevonden. Zij ontworstelden zich aan de groep studenten die in de hal van de faculteit samenschoolde en doken de dichtstbijzijnde kroeg in. De baas, een ex-militair met een verweerde kop, keek hen met een onderzoekende blik aan en taxeerde ze op twee halve liters.
Een serie pinten deed Ben goed en de kring aan de tap groeide. Dijde uit tot een gezelschap. Rijpte in korte tijd tot een vriendenkring.
Later bevond hij zich, kameraadschappelijk verbonden met een zekere Elaine, in een onbekend huis dat die avond ondergedompeld was in feestkabaal. Brian, voor wie het leven altijd een feest moest zijn, was in de mêlee verdwenen. Zijn sombere kanten aan het wegpoetsen.
In de kwanswijze veiligheid van nieuwe vriendschap was Ben nooit een luisteraar. Niet zo iemand die op de juiste momenten wist te knikken zodat de verteller zich gehoord voelde. Nee, dan wilde hij zelf het woord voeren, laten zien dat hij er was, er mocht zijn.
“Als kind was ik al geobsedeerd door boeken. Van al mijn zakgeld, van al het geld dat ik met klusjes kon verdienen kocht ik boeken. Ook op minder eerlijke wijzen wist ik mijn hunkering naar gebonden woorden te bevredigen. De ideeën van anderen die die vaste vorm hadden gekregen, daar werd ik onherroepelijk door gegrepen.
16