Page 43 - Geluk
P. 43

maar wel aandoenlijk om te zien hoe hard zij probeerde hem haar leven in te trekken. Alles samen. Zij liep daar met een kapmes de weg naar de toekomst van lianen te ontdoen. ‘Groots en meeslepend wil ik leven, hoor je Ben, laten we leven!, met z’n tweeën, ons hart in dezelfde maat, duizend dingen hebben we te doen, niets om ons voor te schamen, voor alles een remedie’, hij hoorde het haar al zeggen. Aangrijpend. Overweldigend. Overdonderend.
In het volgende café werd het toch maar pils. Het zou het laatste beetje koppijn verdringen en de drempel slechten voor Louise. Ah! Louise.
“Ik zal dertien zijn geweest toen ik Louise voor het eerst mocht kussen. Zij hield haar tanden op elkaar. Wat een nederlaag! Of was het een aanmoediging beter mijn best te doen?
Louise was de dochter van de slager. Ik leerde haar al jong kennen. Op het voetbalveldje naast de winkel van haar vader. Louise, altijd vrolijk, uitdagend, competitief. Ze was, op mijn kleuterjuf na, mijn eerste liefde. Nou ja liefde, het was een domper als zij bij het voetballen niet kwam opdagen. Ik was gelukkig wanneer zij erbij was. Dat was voor mij toen liefde. De laatste jaren van de lagere school verloor ik haar uit het oog. Beter gezegd, we sloegen geen acht meer op elkaar. Andere zaken waren belangrijker. Tot onze vroeg intredende puberteit. Het spel van aantrekken en afstoten begon. Het is een mooi spel, zeker als je het simultaan kan spelen. Dat vult de dalen en kapt de toppen. Niet dat ze inwisselbaar was, maar een verdedigingslinie vond ik noodzakelijk. Het resulteerde uiteindelijk in een korte, maar zeer hechte vriendschap. Een half jaar waren we onafscheidelijk. Ik denk dat we veel van elkaar hebben geleerd. Ik voelde mij in ieder geval tussen meisjes niet langer meer zo bevreemd.“
41


































































































   41   42   43   44   45