Page 51 - Geluk
P. 51

Stiefprofessortje, lulletje onoprecht, aan jou maak ik niet veel woorden vuil. Je bent nu eenmaal een eerste klas boerenkarhengst en je weet dat ik zo over je denk. Daar gaan we niets aan veranderen. Moge alle vrouwen, die je met je kwezelpraatjes in bed probeert te krijgen je uitkotsen. Ga jij maar lekker intellectueel masturberen op je studeerkamer, bibliotheek, laboratorium, hoe je die voor jezelf ingepikte kamers ook wenst te noemen. Ik hoop dat je er ruggemergtering van krijgt.
Philip, bij jou is het een ander verhaal. Jij bent ook een lul, maar eentje waar ik nog weleens een pilsje mee zou willen drinken. Jij hebt wat mysterieus. Eigenlijk ben ik wel jaloers op je. Ik zou er denk ik ook tussenuit knijpen. Ik zou mezelf ook niet willen opvoeden. Al dat gedoe. Die sores. Wat heb je nog meer nodig dan een goed glas en een bulderende lach aan de tap. Zo stel ik me jou voor. Vrienden hadden we kunnen zijn. Maatjes die elkaar door dik en dun steunen. Dat zou mooi geweest zijn.
Maar je bent natuurlijk een schijtluis. Een egocentrische lafaard. Je vrouw in de steek laten met een kleintje, hoe haal je het in je hoofd. Of wilde jij dat ik geaborteerd zou worden, dat ik niet had bestaan? Dat ik in de vuilnisemmer zou zijn beland. En hebben jullie daar ruzie over gekregen?
Nou? Kom eens uit je hok! Zelfs op mama’s begrafenis heb je het laten afweten. Zeker bang door de familie Goedhart met de nek aangekeken te worden. Eens een labbekak, altijd een labbekak.
Nou gezegend ben ik met deze twee fantastische vaders. En ik vergeet vooral niet jullie geweldige bijdrage aan het geluk van mijn moeder. Wat een helden!
Ben (goed pissig)
49


































































































   49   50   51   52   53