Page 66 - Geluk
P. 66

bepalen welk vandaag gelezen zou worden. Hij maakte in de keuken een stapeltje boterhammen klaar, pakte een fles melk en installeerde zich voor zijn zelfopgelegde dagtaak.
‘Niets is mooier dan tot woord gestolde gedachten. Zinvol inzicht. Ad litteram. Een beschouwing bestaand uit volzinnen. Geschreven denkwerk is te prefereren boven verbale reflectie. Gesproken is het woord te kortstondig. Opgetekend is zondermeer te verkiezen, er is meestal veel beter over nagedacht, je kan het herlezen, langdurig op je laten inwerken. Praten en luisteren’ dacht Ben ‘is veruit inferieur aan schrijven en lezen.’
‘Dat mijmeren’ en hij staarde naar de boeken ‘gaat me goed af. Maar het brengt me geen zak verder.’ En lezen? Een prettig wollig gevoel weerhield hem ervan. Geleidelijk werden zijn gedachten trager. En dommelde weg.
Narrig werd hij wakker. De boterhammen waren uitgedroogd. De melk was op. De zin om te lezen was hem vergaan.
‘Laat ik maar praten over lezen en schrijven’ zwansde hij tegen zichzelf, terwijl hij, onderweg naar hernieuwd dronkenschap, met onvergankelijke dorst de straat overstak.
Het knijpje was een pijpenla, doordrenkt met de geur van uitgedoofde sigaretten en verschraald bier. Een paar van de aanwezigen kende hij. Weliswaar niet goed, maar goed genoeg om oppervlakkige diepzinnigheden mee uit te wisselen, waarheden die nergens op sloegen en verhalen die zelden bleven hangen.
Aan de toog was nog een plaats vrij, al moest een krantenlezer wat opschuiven. Ben had er zin in en bestelde een kopstoot. De jenever goot hij bij het bier en nam een stevige teug. De hem
64


































































































   64   65   66   67   68