Page 65 - Geluk
P. 65

Alsof hij aan een aanslag was ontkomen ging hij aan de drank.
❦
Van de oude Obrecht had Ben nooit antwoord willen krijgen, maar Philips antwoord moest hij toch construeren.
Beste Ben,
Je hebt het grootste gelijk van de wereld om mij een labbekak te noemen. Ik beken schuld. Ik heb je op de wereld geschopt en had er voor je moeten zijn. Maar ik kon niet! Het ging gewoon niet. Het zat niet in me. Ik was gek op je moeder, maar ik wilde haar niet met dat handenbindertje delen. De lol was eraf. Ik wilde leven! Er was nog zoveel te doen en dan zou ik mijzelf in de boeien slaan? Net als alle andere losers een nestje (het godvergeten woord alleen al) bouwen. Ik heb het nooit gewild, nooit gedaan, ik ben mijzelf gebleven. Een keer de fout in vond ik genoeg. Het is bij jou gebleven. En dat begint, nu ik wat ouder wordt, zwaar genoeg op mijn schouders te drukken.
Je schlemiel van een vader, Philip
❦
‘Vandaag maar eens rustig aan’ nam Ben zich voor. ‘Geen zoektochten, geen banaliteiten. Dit wordt een dag van mijmering en literatuur.’ Hij koos een vijftal nog te lezen boeken uit en legde ze naast elkaar op tafel. Straks zou hij
63


































































































   63   64   65   66   67