Page 13 - ANTILL DGB
P. 13

Antilliaans Dagblad Vrijdag 4 januari 2019                                                                        13
                                                                                                        Literatuur



  Pierre Lauffer, juweeltjes? (1)



  een karakteristieke wending in
  Lauffers poëzie. We komen haar
  reeds tegen in ‘Patria’. Als hij in
  ‘Suspiro’  (Verzuchting)  het
  heeft over het ‘terug moeten ke-
  ren in een wereld vol droefenis,
  waar het keien regent van waar-
  heid en bitterheid’, besluit hij: I
  sinembargo mi ta persisti/ Cu….
  (En desalniettemin houd ik vol
  dat…). Elders wordt deze over-
  gang naar een tegenovergestelde
  gedachte weergegeven door het
  woordje ‘ma’ (maar). Nogmaals
  in ‘Patria’: …pensa/ Di perde mi
  cabes pa amor/ Ma mi car’e pic-
  aflor…. (… zou het bij mij opko-
  men me druk te maken om de
  liefde, maar mijn Don Juans ge-
  zicht….). Telkens wordt een be-
  paalde gedachtegang gewijzigd
  hetzij door ‘sinembargo’ (deson-
  danks), hetzij door ‘ma’.

  Gedicht IV
  Ik sla even Gedicht III over,
  maar kom er nog op terug. Dit
  om de eenvoudige reden dat ik
  er een bijzondere betekenis aan
  geef en er wat meer aandacht
  aan zou willen besteden. We
  gaan dan nu eerst naar Gedicht
  IV kijken. Het betreft een ge-
  dicht waarin de dichter weer  Sidney Joubert met twee boeken van Lauffer.                                   FOTO ARCHIEF
  nostalgisch is. Had hij het in Ge-
  dicht II over zijn ‘gitaartje’, nu
  gaat het over zijn ‘schoener’ of
  ‘tweemaster’. Hij spreekt deze  maals een vaart te maken met  het touwwerk ‘versleten’, verze-  inneren). Dan herhaalt hij wat  heid te doen worden. Er komen
  niet toe, zoals het geval was met  zijn schoener, waarvan hij zegt  kert hij dat zij (dus hij en zijn  hij lang geleden al zo vaak ge-  een paar originele beelden voor-
  zijn ‘kuarta’ in Gedicht II. Nu  dat ‘de zeilen bol staan door de  schoener) triomfantelijk langs  zegd heeft: pa mi disfrutá dje  bij: ‘un chapara di deseo ta buta-
  vertelt hij ons iets over zijn ‘go-  wind’ en dat die ‘op moedige  de kusten zullen varen en het be-  ilushon/ ku falta masha hopi  mi sofoká’ (een zweep van ver-
  lèt’. Het gaat nu in de derde per-  wijze de golven doorklieft’. Hoe-  wijs ervoor zullen leveren ‘met  mas/ promé mi bai (om te ge-  langen verstikt mij) en ‘Mira kon
  soon. Al was het voor de laatste  wel de masten ‘verrot zijn’, het  hoe weinig wind’ zij dat kunnen  nieten van de illusie dat het nog  mi tera tur na sker/ ta yora su pa-
  keer, beweert hij, hij wenst nog-  roer ‘gammel geworden’ is en  doen. We hebben hier dus te  heel lang zal duren voordat ik  sado yen di flor’ (Zie hoe mijn
                                                  maken met een optimistisch ge-  heen ga). Die illusie (droom)  totaal verscheurd land zijn met
                                                  stemde visie. Plastisch zijn de  heeft Lauffer bij verschillende  bloemen opgesierd verleden be-
                                                  verzen: Mi golèt ta kapiando…  gelegenheden geuit. Dat heeft  weent). Daarmee worden de
                                                  p’e por yega porta…. De golven  hij reeds, veel en veel poëtischer,  enorme teleurstelling en mach-
                                                  worden niet genoemd, maar  in ‘Suspiro’ (Patria) tot uiting  teloosheid onderstreept (vert.):
                                                  men ziet het vaartuig al sche-  gebracht. Ook dit thema zou  En al zou de wind maar even op-
                                                  rend daarover gaan en ze op dap-  men als Laufferiaans kunnen  steken, zijn zilte adem is een
                                                  pere wijze ontwijken. Opvallend  beschouwen. Het doet nu erg  klap in het gezicht, omdat hij
                                                  is weer dat in beide coupletten  versleten aan. Overigens komt  zijn spot in mijn gelaat spuwt.
                                                  waaruit het gedicht bestaat de  het woord ‘ilushon’ heel vaak  In een gedicht uit 1967, ‘Skupi
                                                  eerder gesignaleerde ‘wending’  voor in zijn poëzie. Droompartij-  na laria’ (Omhoog spuwen),
                                                  voor de zoveelste keer gebruikt  en zijn bij Lauffer heel groot.  waarbij hij voor de zoveelste
                                                  wordt. Eerste couplet: Mi golèt ta  In zijn vorige dichtbundels wor-  keer zijn gal spuwde, had hij het
                                                  kapiando…, Ma promé ku basha  den ze, overigens, veel poëti-  reeds over ‘bòftá’ en ‘mofa’. Het
                                                  anker…. (…Maar voordat het an-  scher aangereikt. In Gedicht  komt hierop neer dat hij toen be-
                                                  ker geworpen wordt…). Tweede  V gebruikte hij geen fris aan-  weerde ‘voor zijn eindeloze lank-
                                                  couplet: Mi barku molostia….  doende taal meer. Verzen als  moedigheid alleen maar spot en
                                                  Ma djis prome nos drenta haf….  ‘Gañami ku ainda mi ta hoben’  klappen in het gezicht’ had ge-
                                                  (Mijn gehavend schip … Maar  (Lieg me voor dat ik nog jong  kregen. Door de herhaling van
                                                  vlak voordat wij de haven bin-  ben) en ‘Bisami ku mi barba no  dezelfde beelden wordt Gedicht
                                                  nenzeilen….). Door deze vaak te-  ta blanku’ (Zeg me dat mijn  VI zijn charme en originaliteit
                                                  rugkerende wending wordt een  baard niet wit is) getuigen nau-  ontnomen. Aan het eind volgt de
                                                  minder gewenste eentonigheid  welijks meer van een origineel  telkens weer terugkerende toe-
                                                  gecreëerd. Van een ‘juweeltje’  taalgebruik. Het opnemen in Na  speling op het afscheid nemen:
                                                  kan dan ook geen sprake zijn.  final di kaminda van Gedicht V  De bes en kuando, den silensio
                                                                         was geen verstandige zet. Het  di kunuku,/ mi por tende kachu
                                                                         heeft het imago van Lauffer als  anunsiá mi despedida (In de stil-
                                                  Gedicht V
                                                  In dit gedicht richt de ik zich tot  dichter alleen maar omlaag ge-  te van het kunuku-veld, kan ik
                                                  iemand met het verzoek om  haald.              soms de hoorns mijn afscheid
                                                  voor hem een lied te zingen en                 horen aankondigen). Hier dus
                                                                                                 weer de berustende houding. Er
                                                  hem een verhaal te vertellen. Gedicht VI
                                                  Een ‘kansion di antes’ (lied van  Dit gedicht begint als volgt (vrij  valt niets meer te verlangen,
                                                  vroeger) en ‘un istoria tierno di  vertaald): Wat overkomt me toch  want het einde is in zicht. In dit
                                                  promé ayá’ (een teder verhaal  dat ik weer mateloos wil genie-  gedicht geeft de dichter zelf toe
                                                  van weleer’. Waarom eigenlijk?  ten van al de pleziertjes waarvan  dat hij in herhaling treedt.
                                                  Als reden geeft hij: ‘pa mi por se-  ik al geproefd heb? Dan volgt het
   Bernadette Heiligers schreef een biografie over Lauffer die  ra wowo, rekorda’ (om de ogen  mijmeren over de ‘onmogelijk-  In het volgende deel de andere
   werd uitgegeven bij In de Knipscheer.          te sluiten, en me dingen te her-  heid’ om deze illusie werkelijk-  gedichten.
   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18