Page 15 - 20190119
P. 15
Zaterdag 19 januari 2019
Achtergrond 15
van Jules Ph. de Palm (2)
laar schrijft hij een nostalgische waarvan tot op de dag van van- gun heeft geschreven ‘hier en
anekdote over een avondje stap- daag niet bekend is wie daarach- daar gewild grappig’ is ‘en stellig
pen met De Rooy en een akkefie- ter schuilgaat of schuilgaan. minder geslaagd dan zijn sotter-
tje met een hooghartige Frits Over de relatie tussen Luc. nie ‘Bokaal aan de lippen’.
van der Molen (mede-uitgever Tournier en de twee kleinkinde- Tip Marugg is volgens De
van De Stoep). ren van de dichter Joseph Sick- Palm sterk beïnvloed door Luc.
De Palm herinnert zich Luis man Corsen - Yolanda en Char- Tournier en heeft eveneens een
H. Daal van wie het gedicht ‘Flo- les - en Tip Marugg schrijft De voorkeur voor het open vers.
res negras’ (zwarte bloemen) in Palm dat de eerstgenoemde ‘ui- Met een verwijzing naar René de
het Spaans in het periodiek ver- teraard de beste papieren’ heeft, Rooy, die veel Nederlandse dich-
schenen is. Volgens De Palm ‘hij is ontwikkelder en beschikt ters heeft bestudeerd, schrijft De
heeft Daal de dichter Tip Ma- over een ruimer arsenaal van Palm dat Marugg zijn belang-
rugg ‘ontdekt’. Ook heeft Daal motieven’. ,,Ik kan er niet ge- stelling voornamelijk uitgaat
veel invloed gehad op Lauffer. noeg de aandacht op vestigen, naar Engelse dichters en Ameri-
Dan gaat De Palm iets uitvoe- dat de anderen nauwelijks een kaanse schrijvers. ,,Het is op-
riger in op wat hij de surrealisti- Mulo-ontwikkeling hebben en merkelijk, dat hij van de Neder-
sche, en soms avantgardistische een voor hen vreemde taal moe- landse moderne dichters alleen
groep noemt: Luc. Tournier, ten hanteren.” Ik heb nog niet Achterberg kent en bewondert.”
Charles Corsen en Tip Marugg. bij een andere ontvanger van De Maar De Palm geeft toe: ,,Het
Hij schrijft over de receptie van Stoep gelezen dat de taal, i.c. het ritme, dat bij kleurlingen zo’n
deze gedichten: ,,Toen de arts Nederlands, een struikelblok dominerende rol speelt, is hem
Engels op het zo conventionele kan zijn voor de Curaçaose au- niet vreemd. Hij streeft naar een
Curaçao enkele gedichten publi- teurs. Volgens De Palm heeft zelfbevestiging maar deinst er
ceerde, die men tot de avantgar- Cola Debrot Charles Corsen toch voor terug. Wie zijn ‘Week-
distische poëzie zou kunnen re- zelfs eens een ‘dichter zonder endpelgrimage’ leest, krijgt de
kenen, was de reactie hierop taal’ genoemd en De Palm lijkt indruk, dat hier een decadent en Chris en Lucia Engels. Engels was oprichter van het Neder-
zeer merkwaardig, zo niet voor dat te beamen als hij over Cor- verbitterd man aan het woord is, landstalige literaire tijdschrift.
Engels verrassend. Het Neder- sen zegt: ,,Het Papiaments be- al moet worden toegegeven, dat FOTO HET GEHEUGEN VAN NEDERLAND
lands sprekend gedeelte van de heerst hij niet zoals bijvoorbeeld hij de sfeer van de Curaçaose za-
bevolking haalde de schouders een Lauffer en het Nederlands terdagavond ongelooflijk goed
op en maakte er zich van af met dat hij spreekt, vooral als hij zijn heeft getroffen.” Maar op een
te constateren: ‘Engels is gek!’ eigen gedichten declameert, is volgende bladzijde slaat De opgenomen. Maar hij weet geen hiervoor noemt hij twee dichters
Het Curaçaose volk, dat voor een slechts met moeite te verstaan.” Palm een andere toon aan: ,,De raad met het gedicht ‘Conversa- die, bij wijze van spreken, het
groot deel uit negers of zo men De Palm vindt het werk van Cor- gedichten van Tip Marugg zijn tie voor de prauw’, dat in het estafettestokje hebben overge-
wil, kleurlingen bestaat, glun- sen ‘bijzonder ongelijkmatig’ en zeer ongelijkmatig. De keuze laatste nummer van de Stoep is nomen van de in het Nederlands
derde als hij zei, dat de duivel hij acht ‘hem het meest geslaagd van Luc. Tournier, die verant- gepubliceerd. Het is opgedragen schrijvende Curaçaose dichters
‘een wit gezicht heeft’ of wan- als hij zijn weemoed of zijn hun- woordelijk is voor de samenstel- aan zijn kinderen Maur en Rauf uit de Stoep. Na het laatste num-
neer hij sprak van ‘zwarte kering onder woorden tracht te ling van een bloemlezing over en H. Verele Engels en kan als mer van de Stoep richtte Cola
sneeuw’.” De Palm: ,,De realiteit brengen’. Over Oda Blinder, de gedichten uit ‘De Stoep’ de zwanenzang van de periodiek Debrot het literaire tijdschrift
is voor de negers verre van aan- pseudoniem van Yolanda Cor- (Antilliaanse Cahiers, 1 ste jaar- worden beschouwd. Antilliaanse Cahiers op. Hierin
genaam geweest. [...] Ook de sen schrijft De Palm: ,,Houdt gang No.2, januari 1956) kan ik De Palm eindigt zijn scriptie debuteerde Aletta Beaujon, een
vorm, die het surrealisme in ge- zich bewust aan één thema, dat niet erg bewonderen.” Toen zat met een positief oordeel over nicht van Cola Debrot, met haar
dichten openbaart, appelleert in zij onvermoeibaar behandelt: Jules de Palm nog in de redactie Chris Engels. ,,En al mag Cola bundel ‘Gedichten aan de Baai
sterke mate aan het gevoel van het onvervulbare liefdesverlan- van Antilliaanse Cahiers. Debrot smalend spreken van de en elders’ (1957) en in hetzelfde
de neger. Vergeet niet, dat men gen.” Hij vindt haar veel minder Tenslotte noemt De Palm het ‘horror vacui’, die hem (Engels, jaar Frank Martinus, die onder
in het Caraïbisch gebied te ma- experimenteel dan Charles. ‘proces der creolisering’ in het red.) obsedeert, een feit blijft het, het pseudoniem Frank Martinus
ken heeft met een meng-volk, Ondertussen heeft De Palm over werk van Luc. Tournier: ,,Zijn dat hij er toch maar in geslaagd Arion zijn bundel ‘Stemmen uit
dat zowel Afrikaanse als Europe- Debrot een opmerking gemaakt, motieven worden minder Euro- is de verroeste hekken te slopen, Afrika’ gepubliceerd zag.
se kenmerken heeft. Men is op die een beetje verloren staat in pees; hij neigt hoe langer hoe die toegang geven tot de literaire Tot zover het verslag van één
zoek naar een nieuwe vorm, zijn mening over broer en zus meer naar een Antilliaanse tuin. De bezwaren, die men te- van de scripties van Jules de
liefst zo kort en zo pittig moge- Corsen, namelijk dat de dialoog sfeer.” Hij wijst onder meer op gen hem mocht koesteren, we- Palm, waarmee hij zestig jaar
lijk.” Het lijkt erop dat De Palm in het Papiaments die Debrot het gedicht ‘Rood bos’ waarin gen niet op tegen deze onvolpre- geleden zijn drs.-titel heeft ver-
beseft dat hij op een zijspoor te- onder de schuilnaam Chandi La- twee Papiamentu woorden zijn zen daad.” Als een soort bewijs kregen.
recht dreigt te komen als hij over
dit onderwerp gaat uitweiden,
wanneer hij op blz. 37 schrijft:
,,Doch keren wij terug naar ‘De
Stoep’.” Hij haalt dan een artikel
uit 1951 aan, geschreven door H.
Godthelp in de West-Indische
Gids. Godthelp prijst het eigen
karakter van de periodiek dat
tot uiting komt in de Curaçaose
levensgemeenschap en het
landschap. Hij noemt het blad
‘vitalistisch, vizioenair-expres-
sionistisch, rauw- en existentia-
listisch-realistisch’. Volgens De
Palm is Godthelp bij de neus ge-
nomen door de ‘mystificatie, die
op de Antillen vrij gebruikelijk
is’ en door Charles Corsen han-
dig gehanteerd om de lezer te
doen geloven dat Corsen gedich-
ten heeft vertaald van Miguel H.
Romano. Godthelp gelooft dit,
maar De Palm weet beter: Ro-
mano is een verzinsel van Cor-
sen. Overigens zijn er in De Jules de Palm (rechts) met een niet nader
Stoep meer gedichten versche- geïdentificeerde man, rond 1957.
nen onder een pseudoniem FOTO AUTEURSRECHT FAMILIE DE PALM Nog een uitgave van De Stoep uit 1942.