Page 83 - Blauwe stem proef
P. 83

“Nou, gelukkig maar,” riep Lotte, en ze tikte haar speels met
haar vork aan. Hessel sloot het rijtje af. “Mijn naam is uit het
Fries,” zei hij nuchter. “Het betekent beschermer. En dat past
wel, denk ik, als je een schip moet leiden.”
Er werd geknikt, gegrinnikt en gegiecheld. Het werd een vrolijke
boel rond de tafel, stemmen en verhalen door elkaar, alsof de
zee zelf meeluisterde naar deze bonte verzameling van namen
en betekenissen. Na de namenronde bleef de tafel nog vol ge-
roezemoes. Er werd gedronken, gelachen, gegeten en geplaagd
alsof ze elkaar al langer kenden dan een paar dagen.
Toen iemand zachtjes begon te neuriën, pakte Amir het me-
teen op met een vrolijke wijs die hij van huis kende. Lotte klap-
te in haar handen mee, Fenna haakte in met een tweede stem,
en binnen een paar minuten zong bijna iedereen. Het was geen
strak koor, eerder een rommelige samenzang, maar het klonk
warm en vrij. Zelfs Hessel bromde ergens een lage toon tussen
de regels door, alsof hij het niet kon laten.
Elin glimlachte, haar hoofd een beetje achterover, de maan
zichtbaar door het raampje boven het dek. Het schip deinde
zacht mee op de golven, en hun stemmen mengden zich met
het ritme van de zee. Voor een moment voelde het alsof ze
allemaal één waren — een drijvende gemeenschap, gedragen
door water, lucht en klank.
Hoofdstuk 43
De vroege ochtend begon met een harde wind. Het dek glans-
de nog nat van de nacht, en de zeilen klapperden onrustig in
hun lijnen. Hessel stond breedbeens bij de mast en gaf bevelen
die boven het geruis van de wind uit moesten komen.
“Reef de zeilen!” riep hij. “Hou je goed vast, dit wordt een pitti-






































































   81   82   83   84   85