Page 106 - BOEK SELG.indb
P. 106

Rudolf Steiner — Leven en Werk ǁ Band I
de cultus, in bemiddeling tussen de zintuiglijke en de bovenzintuiglijke wereld. Van begin af aan was dit voor mij niet allemaal alleen vorm, maar diepgaande belevenis. Dat was des te meer zo omdat ik daarmee in mijn ouderlijk huis een vreemdeling was.
Mijn gemoed verloor het leven dat ik met de cultus opgenomen had ook niet bij wat ik in de huislijke omgeving ervoer. Ik leefde in deze omgeving zonder eraan deel te hebben. Ik nam hem waar, maar ik dacht en voelde eigenlijk voortdurend met die andere wereld. Daarbij mag ik bepaald zeg- gen dat ik geen dromer was maar in alle praktische handelingen van het leven als vanzelfsprekend mijn weg vond.’ 94
Het kerkelijke als zodanig maakte geen indruk op Rudolf Steiner. Hij vond geen bijzondere spiritualiteit bij de celebrerende priesters, ook niet bij de wereldwijze Franz Maräz.
‘Doordat ik gevraagd werd om als misdienaar aan de handelingen van de cultus deel te nemen, leerde ik de kerkelijke cultus weliswaar kennen, maar er was nergens sprake van werkelijke vroomheid en religiositeit. Ook niet bij de priesters die ik leerde kennen. Telkens traden er daaren- tegen bepaalde schaduwzijden van de katholieke clerus naar voren.’ 95
De realiteit van de cultus echter, met daarin de overgang van de zintuiglijke naar de geestelijke wereld als “beeld” of symbool waarin zich de werkelijk- heid van zuiver geestelijke krachten en processen uitdrukt, betekende voor Steiner in het midden van zijn kindertijd veel:
‘Het feestelijk-ceremoniële karakter van de Latijnse taal en de cultus wa- ren een element waarin mijn jongensziel graag leefde.’ 96
En zo begonnen in Neudörfl natuur, kunst en religie deel uit te maken van de levenssfeer van het kind. Een proces dat zich voltrok gedurende de
94 Rudolf Steiner: Mein Lebensgang. [GA 28]o, p. 28. Ned. uitg., p. 34.
95 Rudolf Steiner: ‘Aufzeichnungen Rudolf Steiners, geschrieben für Eduard
Schuré in Barr im Elsass, September 1907.’ In: Rudolf Steiner / Marie Steiner-
von Sivers: Briefwechsel und Dokumente 1901-1925. [GA 262], p. 16.
96 Rudolf Steiner: Mein Lebensgang. [GA 28]o, p. 27. Ned. uitg., p. 33.
106


































































































   104   105   106   107   108