Page 104 - BOEK SELG.indb
P. 104
Rudolf Steiner — Leven en Werk ǁ Band I
op zichzelf bestaande waarheid, van een objectief bestaand geestzijn aan de andere kant van de fysieke werkelijkheid dat op methodische wijze ratio- neel te voltrekken en te beschrijven was. Eens had Plato, als voorwaarde voor een goed begrip van zijn filosofische leer, zijn leerlingen aangeraden om zich in de wiskunde te verdiepen. Rudolf Steiner sprak autobiografisch over een “troost” en een eerste ervaren van “geluk”: “Ik weet dat ik in de meetkunde het geluk het allereerst heb leren kennen.” De eerste ervaringen met de meetkunde verschaften het kind, in de zin van een ontwikkelings- psychologische accentuering, zonder twijfel een bepaalde innerlijke zeker- heid ten aanzien van de beleveniswerelden die hem al vroeg toegankelijk waren geworden. Maar tegelijkertijd vroegen deze om een verdere door- dringing en plaatsbepaling. Een gegeven dat door Christoph Lindenberg onder de aandacht is gebracht. De van “de gebruikelijke belevingswereld afwijkende ervaringen” die zich in Pottschach voordeden, waren volgens Lindenberg niet alleen maar aangenaam:
“Hoe moest hij [Rudolf Steiner] deze ervaringen een plaats geven? Waarin ver- schilde hij van andere mensen die hij kende? Droomde hij, of was hij wakker?” 91
Binnen het gegeven van deze innerlijke situatie brachten de ervaringen met de wiskunde hem verder:
91
‘In de heldere en overzichtelijke stelsels van zuiver meetkundige voorstel- lingen verwierf de negenjarige zich een innerlijke, zichzelf dragende ze- kerheid. Hier vond de jongen een solide geestelijke basis van waaruit hij met zijn bovenzinnelijke ervaringen in het reine kon komen.’ 92
‘[...] Pas door het leren kennen van de meetkunde ontdekte hij als achtja- rige dat de geestelijke inhoud die door hem in de bovenzinnelijke wereld beleefd werd niet alleen waargenomen, maar ook gedacht kan worden; en wel zoals in de meetkunde, in precieze en bewuste categorieën.’ 93
Christoph Lindenberg: Rudolf Steiner. Mit Selbstzeugnissen und Bilddoku-
menten. Rowohlt, Reinbeck 1992, p. 14. 92 Ibidem.
93 Sergej O. Prokofieff: Opdat mensen het horen. Het mysterie van de kerst- conferentie 1923/24. Deel I, Zeist: Uitgeverij Christofoor 2011. p. ???
104

