Page 103 - BOEK SELG.indb
P. 103

Boek 1 ■ Kindertijd en adolescentiejaren [1861–1879]
ervaart. In dit gevoel vond ik de rechtvaardiging om over de geestelijke wereld die ik beleefde net zo te spreken als over de zintuiglijke. En zo sprak ik erover.’ 88
Sedert zijn geestelijke ervaring in de wachtruimte van het station in Pott- schach leefde Rudolf Steiner – naast zijn op de zintuiglijke wereld gerichte dagbewustzijn – met aangescherpte opmerkzaamheid in een tweede wer- kelijkheid; in een wereld van de onzichtbare dingen en wezens. Ofschoon hij de indrukken die hij daar verzamelde nog niet begripsmatig kon vatten en er met niemand over kon spreken, voelde hij zich in deze ”onzichtbare” wereld net zo thuis als in de fysiek-zintuiglijke werkelijkheid:
‘Alleen dat moet ik ook zeggen: ik leefde graag in deze [geestelijke] we- reld. Want ik zou de zintuiglijke wereld als een geestelijke duisternis om mij heen hebben moeten ervaren, als zij vanuit deze kant geen licht zou hebben ontvangen.’ 89
De inhouden die hij vond in het door hem ontdekte meetkundeboek van de bijlesleraar, leverden hem “de rechtvaardiging van de geestelijke wereld, die ik toen nodig had”.90 Het boek ontsloot op wiskundige wijze, “door het tot stand brengen van innerlijk aanschouwde vormen” de horizon van een
88 Ibidem, pp. 20 e.v. Ned. uitg., pp. 29 /30.
89 Ibidem, p. 23. Ned. uitg., p. 30.
90 Ibidem.
103


































































































   101   102   103   104   105