Page 175 - BOEK SELG.indb
P. 175

Boek 2 ■ In Wenen [1879 –1890]
van twaalf jaar voor het eerst weer opge- voerd werden, besloot hij erheen te gaan. Op 6 januari 1854 was hij in Oberufer:
‘Hoewel ik van het bestaan van deze spe- len sinds mijn jeugd afwist en ik mij er al- tijd toe aangetrokken heb gevoeld, had ik nog nooit een opvoering bijgewoond en liet nu de kans niet voorbij gaan erheen te gaan. De verrassend eigenzinnige zeden en gebruiken die de opvoering kenmerk- ten, de gelijkmatige uitvoering en de vol- ledigheid van het kerstspel, maar ook de door geleerdheid onberoerd gebleven een- voud van taal, die zowel herinnert aan het kerkelijke en wereldlijke lied van de 15e en 16e eeuw als ten dele ook aan Hans Sachs,
Oberufer
overtuigden mij
er al snel van dat
hier in alle zuiverheid en volledigheid een tot op heden onbekend gebleven monument van een oudere, dramatische volkspoëzie behouden is gebleven.’ 34
Schröer beleefde opvoeringen die nog met een zekere “wijding” gepaard gingen. In de daarop volgende jaren werkte hij intensief aan het vast- leggen en documenteren van de oertekst van deze spelen, waarvan hij meende dat zij ontstaan wa- ren onder “deelname van de gehele volksgeest” en onder volledige afgeslotenheid van elke vorm van “intellectualiteit”.35
34 35
Karl Julius Schröer: «Deutsche Weihnachtsspiele in Ungern». In: Von den Oberuferer Weinachtsspielen und ihrem geistigen Hintergrund. Dornach: Rudolf Steiner Verlag 1998, p. 143.
Geciteerd naar Walter Beck: Karl Julius Schröer, pp. 139 /140.
175


































































































   173   174   175   176   177