Page 179 - BOEK SELG.indb

Boek 2 ■ In Wenen [1879 –1890]
KarlJuliusSchröer (ca.1875)
Schröer gaf bij herhaling uitdrukking aan zijn overtuiging dat de studie van Goethes werken zou moeten samengaan met een “toenemende kennis van zowel zijn wezen als zijn wereldbeschouwing”, en legde er de nadruk op dat “zich in onze geest over Goethe een nieuw beeld wil vormen” 42. In ja- nuari 1878 werd de Weense Goethevereniging opgericht waarvan Schröer het voorzitterschap op zich nam. Ook begon men met het uitgeven van een
“Kroniek” waarin belangrijke bijdragen over de geest van de Goethe tijd verschenen.43
42 Ibid.
43 “Om volkomen onder te duiken in het Goethetijdperk, is het voldoende om
de eerste acht banden van de “Kroniek” gelezen te hebben. Schröer heeft aan de meeste daarvan meegewerkt. Er is nauwelijks iets denkbaar dat onge- dwongener, sympathieker, en warmer de stemming weer zou kunnen geven die voor deze tijd zo karakteristiek is.” — Carlo Septimus Picht: Karl Julius Schröer, In: Rudolf Steiner und der menschheitliche Impuls Goethes. Dornach: Beiträge zur Rudolf Steiner Gesamtausgabe 1978. [B 61 /62], p. 30.
179