Page 19 - BOEK SELG.indb
P. 19

Inleiding
verloochenen, en hem als iets anders voor te stellen dan een wezen waar- voor men moet strijden, waaraan men moet werken, waarop men zich met zijn denken moet richten.’ 9
De resultaten en vorderingen binnen zowel de natuur-, als de cultuurwe- tenschappen van zijn tijd werden door Rudolf Steiner gewaardeerd, maar hij benadrukte tegelijkertijd de noodzaak van een nieuwe antropologie en een niet-geïnstrumentaliseerd weten over de mens, vrij van specifieke be- langen. Een menswetenschap die niet bereid is om het individu onderge- schikt te maken aan andere doelen. Of die nu van economische, nationale of technologische aard zijn. Een menswetenschap die de mens zelf van ab- solute waarde acht:
‘Elk streven van de zogenaamde antroposofie [...] culmineert uiteindelijk in het opbouwen van de idee mens, resulteert in kennis over de mens.’ 10
‘Wat in ons ontvlamt door de inzichten van de antroposofische geestes- wetenschap die zich op het bovenzinnelijke richten, is liefde voor de mens, die ons de waarde van de mens laat kennen, die ons de waardigheid van de mens laat ervaren.’ 11
In een tijd van versterkt materialisme en van intensieve technologisering herinnerde hij aan de vergeten of verdrongen, dat wil zeggen systematisch geëlimineerde geestelijke en zielsmatige dimensie van de mens, de levens- wereld en de kosmos:
‘De ziel van de mens staat tegenover de geestelijke wereld, zoals een mens over het algemeen tegenover een vergeten bestaan staat; [...]’ 12
9 Rudolf Steiner: 24.05.1915. In: Kunst- und Lebensfragen im Lichte der Geistes- wissenschaft. [GA 162], pp. 44 e.v
10 Rudolf Steiner: 18.02.1918. In: Geisteswissenschaftliche Behandlung sozialer und pädagogischer Fragen. [GA 192], p. 109
11 Rudolf Steiner:05.09.1921. In:Anthroposophie, ihre Erkenntnisswurzeln und Lebensfrüchte. [GA 78], p. 150.
12 Rudolf Steiner: Von Seelenrätseln. [GA 21], p. 131. XIX


































































































   17   18   19   20   21