Page 20 - BOEK SELG.indb
P. 20
Rudolf Steiner — Leven en Werk
Aan deze verloren dimensies herinnerde Steiner niet alleen in algemene zin. In zijn onderzoek liet hij tevens zien hoe het samenspel van de geestelijke, zielsmatige en lichamelijk-materiële gebieden van de werkelijkheid situatio- neel en concreet gedacht moet worden. Het ging hem om inzicht in het we- zen van de mens en de consequenties van dit inzicht voor het sociaal-maat- schappelijke leven, voor het begrip arbeid, en voor het bestaan van de aarde in relatie tot alle gebieden van de beschaving.
Steiner wist dat met deze doelstelling en met het toepassen van deze ken- nis, in de antroposofie een volledig in het hier en nu verankerd weten ge- geven is. En niet, zoals tijdens zijn leven en ook postuum herhaaldelijk is gesuggereerd, een ver bezijden de dagelijkse werkelijkheid gelegen gebied van “esoterie” en “occultisme”.
Eigen oordeelsvermogen
Het was geenszins Steiners intentie om de persoonlijkheid van de mens op een voetstuk te plaatsen. Het verlangen naar een nieuwe geestelijke oriënta- tie, bij menige sensibele ziel in de 80-tiger jaren van de 19e eeuw aanwezig, hield Steiner voor wat het was, namelijk een vlucht in de richting van stro- mingen als de neo-romantiek, de Wagnercultus, de dieptepsychologie of het spiritisme. Stromingen die Steiner in Wenen te midden van de luidruchtige en zelfbewuste euforie van die tijd voluit meebeleefde. Bewegingen die in confrontatie en uiteenzetting met toegepaste natuurwetenschap en techniek weliswaar in gebreke bleven, maar die als zodanig sterk tot de werkelijk be- staande behoeften van de menselijke ziel spraken, respectievelijk aan zijn
“vergeten”, verdrongen “bestaan” appelleerden.
‘Het zoeken naar het innerlijk zal steeds levendiger en levendiger worden in de moderne mensheid. Hoe meer natuurwetenschap, hoe meer tech- niek de mens zich eigen zal maken, des te levendiger zal als tegenbewe- ging de behoefte worden om het innerlijk te zoeken. De mensen slaan daarbij in de huidige tijd dwaalwegen in, maar zij zijn ernaar op zoek.’ 13
Zich bewust van het gerechtvaardigde en van het ontoereikende van dit streven ontvouwde Steiner al vroeg, op kennistheoretische en methodisch consequente wijze, een nieuwe geesteswetenschappelijk gefundeerde an-
13 Rudolf Steiner: 30.04.1918. In: Der Tot als Lebenswandlung. [GA 182], p. 95. XX