Page 22 - BOEK SELG.indb
P. 22

Rudolf Steiner — Leven en Werk
de antroposofische literatuur uitsluitend om kan gaan, is het aanspreken van het eigen oordeelsvermogen en het zelfonderzoek van de ziel. Dat is wat karakteristiek is voor alle antroposofische literatuur en waarvan ie- dereen die dat wil zich kan overtuigen.’ 16
Meer dan een ‘niet-gangbare’ wetenschap
In een filosofisch essay werd door Rudolf Steiner de antroposofie die hij voorstond en ontwikkelde, aangeduid als ‘Het onderzoeken van de werke- lijkheid door middel van een getransformeerd bewustzijn’ 17 Aan de hand van zijn biografie kan tot in detail nagegaan worden dat de inhouden van de antroposofie niet ontstonden door – zoals hem verweten is – “occulte verlichting” of auto-suggestie, maar dat het op intensieve wijze werken aan objectieve kennisvragen voor Steiner de basis vormde voor zijn producti- viteit. Hoewel een bescheiden mens, was Steiner met betrekking tot de vooruitgang van het ontwikkelingsproces in wetenschap en cultuur, vanuit de zaak zelf gezien, overtuigd van zijn onderzoeksresultaten en hun bete- kenis. Hij wist hoezeer voor de vooruitgang van de civilisatie een reële in- carnatieleer dringend noodzakelijk was. En omdat hij zowel de antroposo- fie, als het gewicht van de problemen van zijn tijd van binnenuit kende, wist hij welke bijdrage zij in dit opzicht zou kunnen leveren.
16 17 18
‘Wij benadrukken telkens en telkens weer, dat het werkelijk niet de wille- keur van deze of gene mens is, om in het huidige tijdsgewricht en in de toekomstige cultuur, handen en voeten te geven aan wat wij de [antropo- sofische] geesteswetenschap noemen; dat deze geesteswetenschap een noodzakelijkheid van deze tijd is, dat de toekomst niet zal kunnen be- staan wanneer de substantie van deze geesteswetenschap niet binnen- stroomt in het wordingsproces van de mens.’ 18
Rudolf Steiner: Die geistigen Hintergründe des Ersten Weltkrieges [GA 174 b], pp. 186 e.v.
Rudolf Steiner: Philosophie und Anthroposophie – Gesammelte Aufsätze
1904-1923. [GA 5], p. 104.
Rudolf Steiner: 20.06.16, ‘Gedenkworte für Helmuth von Moltke’ in: Un-
sere Toten. Ansprachen, Gedenkworte und Meditationssprüche 1906-1924.
[GA 261], pp. 322 e.v.
XXII


































































































   20   21   22   23   24