Page 29 - BOEK SELG.indb
P. 29
Inleiding
Maar los daarvan bleef Rudolf Steiners werkelijke wezen grotendeels in het verborgene, zoals Ita Wegman benadrukte. Wegman, die als arts en opricht- ster van de kliniek in Arlesheim een van zijn naaste medewerkers was, no- teerde in dit verband: “wat zijn wezen betreft een mysterie”. Wegman be- doelde daarmee niet zijn “magische” uitstraling. Waar zij op doelde was het omvattende van zijn kennis en de dictie van zijn werkzaamheid, zoals die begin 20e eeuw onverwacht begonnen was. Iets dat zich niet alleen als tijdsverschijnsel niet liet plaatsen, maar ook historisch niet; dat wil zeggen in de eigenlijke betekenis van het woord “met niets te vergelijken” was.31
Hoewel de critici van Rudolf Steiner nog tijdens zijn leven ermee be- gonnen, de antroposofie te “contextualiseren” en in het licht van bestaande literatuur als eclectisch te bestempelen, was het voor elke recensent met enige opmerkingsgave duidelijk, dat al deze pogingen tot mislukken waren gedoemd. Voor hen werd duidelijk dat op het gebied van kennisverwerving, met Steiners antroposofie een eigen en oorspronkelijke prestatie van ont- zagwekkend formaat gegeven was; de resultante van monumentaal onder- zoekswerk, dat door Steiner zelfstandig, vanuit de krachten van zijn hele wezen, tot stand werd gebracht. In dit verband schreef zijn biograaf Johan- nes Hemleben:
‘Omdat de criteria ter beoordeling van de raadsels waarvoor deze per- soonlijkheid ons plaatst nog moeten worden gevonden, kan men ervan overtuigd zijn dat de vraag “Wie was Rudolf Steiner?” nog generaties be- zig zal houden.’ 32
Ten opzichte van dit “raadsel” moest bij nader inzien de gebruikelijke ma- nier om het werk van iemand te plaatsen, te categoriseren en te beoordelen in gebreke blijven. Er zijn vrijwel geen tijdgenoten met een zeker algemeen aanzien en cultureel kaliber te vinden bij wie Steiners levenswerk erkenning vond. Albert Schweitzer vormde daarop een van de weinige uitzonderin- gen. Ondanks dat het naar eigen zeggen in een aantal opzichten de horizon van zijn begrip nadrukkelijk te boven ging, had Schweitzer grote achting
31 Ita Wegman: notitieblad. In: Erinnerung an Rudolf Steiner. Arlesheim: Ver- lag des Ita Wegman Instituts 2011, p. 21.
32 Johannes Hemleben: Rudolf Steiner und Ernst Haeckel. Stuttgart: Verlag Freies Geistesleben 1968, p. 29.
XXIX