Page 17 - 2020-2021 cursus VPK hemodynamische definitief
P. 17

De contractiliteit van het hart neemt toe met een betere vulling voor de contractie. Een langzame
                polsfrequentie met groot SV is dus efficiënter dan een snelle polsfrequentie met klein SV (Tortora &
                Derrickson, 2010).

                1.2.2.1. Het eind diastolisch volume of de preload
                Het EDV wordt bepaald door de veneuze terugkeer (veneuze retour) en deze is afhankelijk van:


                    1.  Het circulerend volume
                Wanneer er een daling optreedt van het circulerend volume, zoals bijvoorbeeld bij een bloeding dan
                geeft dit een daling van de veneuze retour. Op die manier daalt het EDV en daalt het slagvolume (SV
                = EDV - ESV).

                    2.  De capaciteit van de venen.
                Als de veneuze capaciteit stijgt (vasodilatatie) dan daalt de vulling relatief. De inhoud van de venen
                is groter dan de circulerende hoeveelheid bloed. Daalt de veneuze capaciteit (vasoconstrictie) van de
                venen dan stijgt de vulling relatief. Bij een bloeding zal dit makkelijk te zien zijn. Het plaatsen van
                een I.V.-katheter verloopt moeizaam omdat de venen van de patiënt moeilijk aan te prikken zijn. Er
                ontstaat  namelijk  vasoconstrictie:  de  capaciteit  van  de  venen  daalt,  de  veneuze  terugkeer  stijgt.
                (Observatie met de capillaire refill)

                    3.  De weerstand die het bloed ondervindt bij de veneuze retour
                Het bloed vloeit passief terug naar het hart. Wanneer het weerstand ondervindt zal de terugvloei
                moeilijker verlopen en de het debiet zal dalen.
                    •   Bij  harttamponnade  komt  er  bloed  of  vocht  tussen  de  bladen  en  drukt  op  het  hart.  De
                       weerstand stijgt, de veneuze retour vermindert.
   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22