Page 119 - 2020-2021 cursus VPK hemodynamische definitief
P. 119
3. 300 = ± /′
± 8
4. P-toppen zijn niet zichtbaar.
PR-interval kan niet beoordeeld worden.
5. Kan niet beoordeeld worden.
Een idioventriculair ritme ontstaat in de ventrikel aan zijn inherente frequentie. Hogere gelegen
“pacemakers” hebben gefaald. De ventrikel neemt deze taak over om het leven van de patiënt te redden,
doch met een sterk verlaagde hartfrequentie. Zie Figuur 116. Dit leidt tot een erg verlaagd hartdebiet en
hemodynamische collaps. URGENTIE!
Soms is er een versneld idioventroculair ritme observeerbaar. De frequentie varieert van 40 tot 100/’. In
300
Figuur 123 is de ventriculaire frequentie = ± 43/′. Ook hier is het HD verlaagd en moet de patiënt
± 7
nauwlettend hemodynamisch opgevolgd worden.
Figuur 123: Versneld idioventriculair ritme (Jones, 2010)
5.4.3. Ventrikeltachycardie (VT)
Figuur 124: Ventrikeltachycardie (VT) (Jones, 2010)
Kenmerken ventrikeltachycardie (VT) volgens stappenplan:
1. QRS > 0,10 seconden (> 2,5 kleine vakjes).
2. RR-interval is regelmatig.
3. 300 = ± /′
± 2
4. P-toppen zijn niet zichtbaar.
PR-interval kan niet beoordeeld worden.
5. Kan niet beoordeeld worden.