Page 123 - 2020-2021 cursus VPK hemodynamische definitief
P. 123

2.  Onregelmatig.
                      3.  5 x 10 = 50/’
                      4.  P-toppen zichtbaar voor elk QRS-complex.
                          NIET ALLE P toppen worden gevolgd door een QRS. In Figuur 128 wordt de 1  en 5  P-
                                                                                                      de
                                                                                                 ste
                          top niet gevolgd door een  QRS complex.
                          Bij de P – QRS-complexen is het PR-interval is < 0,2 seconden.
                      5.  PP-interval is regelmatig.

                de
               2  graad AV Blok Mobitz Type II ontstaat door een intermittente blok ter hoogte van de AV-knoop of
               de bundeltakken en evolueert naar een constant patroon. Door de blok wordt een prikkel vanuit de
               sinusknoop niet verder geleid over de ventrikels. Zo kan er een vast patroon ontstaan van bijvoorbeeld
               2  op  1  blok,  d.w.z.    2  P-toppen  voor  één  QRS  complex.  Ook  3  of  4  op  1  blok  is  mogelijk.  Bij  een
               polsfrequentie van 40/’ is er sprake van een URGENTIE!

                     5.5.4.   Derde graad AV blok, totaal AV blok  of AV dissociatie
















                Figuur 129: 3  graad AV blok, totaal AV blok of AV dissociatie (Jones, 2010)
                           de


                           de
               Kenmerken 3  graad AV Blok Mobitz type II volgens stappenplan:
                        1.  QRS > 0,10 seconden (< 2,5 kleine vakjes).
                        2.  Regelmatig.
                                                  300
                        3.  Ventriculaire frequentie:   = ± 46/′
                                                 ± 6,5
                                           300
                          Atriale frequentie:   = ±  120/′
                                            ± 2,5
                        4.  P-toppen zichtbaar voor elk QRS-complex.
                          NIET ALLE P toppen worden gevolgd door een QRS.
                          Er is GEEN verband tussen de atriale en ventriculaire hartactiviteit.
                        5.  PP en RR-interval is regelmatig.

               Hoe trager de pols, hoe lager het hartdebiet en de circulatie. Zie  Figuur 116. Dit is een URGENTIE!
               Een 3  graad AV-blok gaat over in asystolie, zie Figuur 130. Hierbij is er géén hartactiviteit meer en
                    de
               moet de REANIMATIE ONMIDDELLIJK gestart worden.
   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128