Page 150 - 2020-2021 cursus VPK hemodynamische definitief
P. 150

Figuur 152: Dislocatie van PM lead


               In Figuur 152 zijn er pacemakerspikes aanwezig, maar enkel de 2  pacemaker spike wordt gevolgd door
                                                                        e
               een pacemaker QRS-complex. De PM voelt de eigen QRS niet, vuurt daardoor in fixed rate met gevaar
               voor R op T-fenomeen, met VT, Torsade de pointes of VF als gevolg.

               •  Indien  er  geen  spike  optreedt  bij  een  bradycardie  betekent  het  dat  de  pacemaker  elektrode
                   gedeconnecteerd is van de batterij (= elektrodebreuk).
               •  De pacemaker kan defect zijn wanneer er te lange pauzes optreden of de stimuli onregelmatig is.
               •  Tekens  van  syncope  en  duizeligheid  kunnen  optreden  indien  de  batterij  van  de  definitieve
                   pacemaker geleidelijk aan uitvalt. Daardoor daalt het hartritme of is het onregelmatig. Een PM valt
                   niet  plots  uit.  De  patiënt  heeft  de  tijd  om  op  consultatie  te  gaan  bij  duizeligheid  en  verlaagde
                   frequentie.
               •  Sporadische spiercontracties moet aan de arts gemeld worden, ook langdurige hik op het ritme van
                   de pacemaker moet gemeld worden. Dit wijst op een slechte plaatsing van de lead.
               •  Gestegen lichaamstemperatuur na een PM plaatsing moet aan de arts worden gemeld.
               •  Indien  de  zorgvrager  volledig  afhankelijk  is  van  zijn  pacemaker  moet  het  schriftelijk  in  het
                   verpleegdossier genoteerd staan. Daarnaast moet het uitdrukkelijk bij de mondelinge overdracht
                   worden vermeld.


               9.6.7. Verwikkelingen

               Na de heelkundige ingreep kunnen er een aantal verwikkelingen optreden:

               •  Subcutaan hematoom.
               •  Perforatie van het hart met tamponnade als gevolg.
               •  Ritmestoornissen bij de dislocatie of slechte werking van de PM.
               •  Infectie van de wonde en/of pacemakerpocket.
               •  Trombusvorming met vena cava syndroom of longembolie.
               •  Druknecrose aan de pacemakerpocket of weefselnecrose aan de tip van de elektrode.
               •  Stimulatie van de nervus phrenicus met de hik als gevolg.

               (Ellenbogen et al., 2011)



               9.6.8. Ontslag
               •  De zorgvrager wordt twee tot maximum 5 dagen opgenomen in het ziekenhuis.
   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155