Page 7 - HS 3 Statistiek diagrammen met oefeningen
P. 7
Statistiek in de tweede graad
3.2.6 Werkwijze voor het tekenen van een cirkeldiagram (manueel).
Een cirkeldiagram is vooral nuttig om relatieve frequenties grafisch voor te stellen.
Voorbeeld
Aan 60 leerlingen van het derde jaar werd gevraagd met welk vervoermiddel zij naar
school komen.
Vervoermiddel aantal Relatieve frequentie in %
Te voet 24 0,4 40%
Fiets 15 0,25 25%
Bromfiets 9 0,15 15%
Auto 3 0,05 5%
Bus 6 0,1 10%
Trein 3 0,05 5%
60 1 100%
In het cirkeldiagram wordt de verhouding van de verschillende delen ten opzichte van het
geheel, voorgesteld als een cirkelsector, waarvan wij de bijhorende middelpuntshoek
moeten berekenen.
Bereken de middelpuntshoek van elke cirkelsector als volgt:
• 60 leerlingen geeft het geheel, zijnde een hoek van 360°
• 24 leerlingen komt overeen met 0,4 zijnde een hoek van 0,4x360° = 144°
• 15 leerlingen komt overeen met 0,25 zijnde een hoek van 0,25x60° = 90°
• 9 leerlingen komt overeen met 0,15 zijnde een hoek van 0,15x360° = 54°
• 3 leerlingen komt overeen met 0,05 zijnde een hoek van 0,05x360° = 18°
• 6 leerlingen komt overeen met 0,1 zijnde een hoek van 0,1x360° = 36°
• 3 leerlingen komt overeen met 0,05 zijnde een hoek van 0,05x360° = 18°
t
e
n
.
o
l
e
h
t
a
m
.
w
w
w
© 2021 Ivan De Winne ivan@mathelo.net 6