Page 17 - HS 4 Centrumgetallen met oefeningen
P. 17
Statistiek in de tweede graad
15. Op een feestje zijn 8 feestgangers aanwezig. Hieronder zie je een tabel met allerlei gegevens.
Welk centrumgetal (gemiddelde, mediaan of modus) zou je gebruiken om voor elke kolom de
feestgangers te typeren?
Hoe zou je een «doorsnee» feestganger omschrijven?
naam leeftijd lengte favoriet gewicht zakgeld per vervoermiddel
in cm drankje in kg week
Ann 15 187 cola 71 25 fiets
Fatima 16 178 cola 69 30 fiets
Cédric 15 172 gini 66 27 bus
Daan 17 171 cola 67 30 scooter
Els 19 195 fruitsap 76 29 auto
Ali 57 180 bier 74 60 auto
Gino 17 187 cola 75 28 fiets
Heleen 15 179 cola 70 28 bromfiets
1449 568 257
16. Van 50 sprinters wordt door de plaatselijke atletiekvereniging gedurende één jaar van alle gelopen
wedstrijden op de 100 m de tijden bijgehouden. De lengte van 100 leerlingen wordt gegeven door de
volgende gegroepeerde frequentietabel.
klasse klassenmidden absolute frequentie
m n i
i
[10;11[ 10,5 3
[11;12[ 11,5 17
[12;13[ 12,5 32
[13;14[ 13,5 45
[14;15[ 14,5 36
[15;16[ 15,5 32
[16;17[ 16,5 20
[17;18[ 17,5 9 t e
[18;19[ 18,5 4 n
.
[19;20[ 19,5 2 o
l
e
h
t
Bereken het gemiddelde van de looptijden van de sprinters op de 100 m. a
m
.
w
w
w
© 2021 Ivan De Winne ivan@mathelo.net 16