Page 4 - HS 1 Statistiek: verzamelen van data
P. 4
Statistiek in de tweede graad
Eén van de grondleggers van de (bio)statistiek is
John Graunt (1620-1674), een welstellende
handelaar in knopen, garens en ander klein
huishoudmateriaal (haberdasher). Zijn interesses
gingen echter een stuk verder dan het
verzamelen van knopen.
In 1662 schreef hij een verhandeling “Natural
and Political Observations made upon the
Bills of Mortality“, waarin o.a. werd genoteerd
hoeveel overlijdens er waren in de verschillende
leeftijdscategorieën, met vermelding van de
doodsoorzaak, de plaats en tijdstip van
overlijden. Hieraan werden ook een aantal
conclusies verbonden zoals: bij de geboorte is
het aantal jongens groter dan het aantal meisjes,
op huwbare leeftijd zijn beide aantallen gelijk,
vrouwen leven langer dan mannen en dokters
hebben dubbel zoveel vrouwelijke- als
mannelijke patiënten.
In 1693 kwam de astronoom Edmond Halley met
een levensverwachtingstabel gebaseerd op de
sterftecijfers van de Poolse stad Breslau.
Deze gegevens werden gebruikt door firma’s die
levensverzekeringen afsloten.
De Belg Adolphe Quételet (1796-1874) kan
doorgaan als één van de stichters van de
moderne statistiek. Deze geniale franssprekende
Gentenaar, zette de Belgische regering ertoe aan
om in 1841 een Centrale Commissie voor de
Statistiek op te richten. Deze commissie wilde
onder andere weten hoe dat nou precies zat met
“les langues utilisées en Belgique“.
Een eerste systematische verwerking van t
e
gegevens, vindt men in zijn werk uit 1835 “Sur
n
l'homme et le développement de ses facultés. .
Essai d'une physique sociale“. o l
e
Hierin introduceert hij het begrip “l'homme h
moyen“, de gemiddelde mens. In dit werk zoekt t
a
hij ook naar een mogelijk verband tussen de aard m
van een misdaad, het geslacht van de dader, de .
regio, de seizoensinvloeden en de socio- w
economische invloeden. w
w
© 2021 Ivan De Winne ivan@mathelo.net 3