Page 40 - Het staatsrecht van het Mangkoenagarase Rijk
P. 40

V. Sindoepradja  geen  [de  hierover  handelende  pranatans  opge­
                   nomen  in  R.  1921  no.  9  en  R.  1924  no.  1  zijn  beide  bij  R.
                   1931  no.  4  ingetrokken],
                VI. Wanamarta  geen  (of  het  moet  zijn  de  pranatan  ter  bescher­
                   ming  der  M.  N.  bossen  opgenomen  in  R.  1920  no.  22  en
                   1923  no.  6.)
               VII. Jogiswara  geen  (of  het  moet  zijn  de  pranatan  van  M.  N.  IV
                   ddo.  11  Augustus  1867  reeds  eerder  genoemd).
               VIII. Kartahoesaha  een  Gb.  ddo.  9  October  1928  no. 13 opgeno­
                   men  in  R.  1930  no.  6.
                IX. Padjeg  Siti  de  pranatans  opgenomen  in  R.  1917  no.  14  ge­
                   wijzigd  bij  R. 1917  no. 15  en  16,  gedeeltelijk  ingetrokken  bij
                   R.  1936  no.  4;  Rijksblad  1918  no.  1  en  2.
                X. Kadokteran  de pranatan  opgenomen  in  Rijksblad 1917  no. 31
                   en  R.  1920  no.  19.
                XI. Martanimpoena  de  pranatans  opgenomen  in  Rijksblad  1917
                   no.  5;  1934  no.  4;  1926  no.  7  (gew.  1928  no.  6.),  1918  no.
                   6  (no.  7),  1936  no.  5;  1933  no.  10  (herz.  1935  no.  3,  aan-
                   gev.  1936  no.  8 en  gew.  1937  no.  13);  1917  no.  12  (gew.
                   1919  no.  13,  1929  no.  7  en  1930  no.  16);  1935  no. 9 (gew.
                   en  aangev.  1937  no.  2,  gew.  1937  no.  9);  1938  no.  1,  1922
                   no.  2  (gew.  1935  no.  12,  1936  no.  2  en  gew.  bij  1937  no.
                   1);  1927  no.  2;  1925  no.  17  (gew.  1926  no.  5,  1932  no.  4
                   en  1936  no.  13);  en  Rijksblad  1935  no.  10.
              . XII. Pasinaon  doesoen  geen.

                   Aparte  vermelding  verdienen  in  dit  hoofdstuk  over  de  in­
              richting  en  vervulling  der  ambten  van  het  M.  N.  Rijk  alsmede
              hun  onderlinge  taakverdeling  nog:  de  kasentanan  en  de  pradjoe-
              rits  (legioen).
              10  De  kasentanan.

                  De  kasentanan   moet   vermeld   worden,  wijl  's  Vorsten
              verwanten  ook nu  nog  bepaalde  staatsrechtelijke  aanspraken kun­
              nen  doen  gelden,  zodat  een  bespreking  als  in dit  hoofdstuk aan­
              geroerd  ook  over de  zgn. kasentananambten  en  wat  daaraan  an­
              nex  is,  moet  gaan.
                  Om  misverstand  te  voorkomen  zeggen  we hier  wat wij onder
              de  kasentananambten  verstaan.  Behalve  de  meer  van  privaat­
              rechtelijke  aard  zijnde  ambten  van  rangga  en  demang  bij de  ver-

              34
   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45