Page 43 - Het staatsrecht van het Mangkoenagarase Rijk
P. 43
van Mangkoenagaranse dienst aan en wel voorzover deze door
het opschrift van dit hoofdstuk gedekt zijn.
Het Mangkoenagarase Legioen is volgens het thans vigeren
de Gouvernements besluit ddo. 8 November 1928 no. 31 (Re
glement van het Legioen van Mangkoenagoro) als volgt ingericht:
Het bestaat uit de staf en anderhalf bataljon infanterie. Tot
de staf behoren de Kolonel, Hoofd van het Mangkoenagarase Huis,
diens Adjudant met de rang van Luitenant of Kapitein, voorts
de Kapitein-Intendant, de Officier van gezondheid le of 2e klasse
en het korps muzikanten ter sterkte van 25 man, waaronder de
kapelmeester, die ook Europeaan kan zijn, doch als dan geen
militaire rang bekleedt.
Het bataljon en het halve bataljon, welke korpsen elk onder
bevel van een hoofdofficier (Luitenant-Kolonel of Majoor) staan,
vormen samen 6 compagnieën en de karabijn mitrailleur afdeling,
met een totale sterkte van 6 Kapiteins, 18 Luitenants, 2 Adjudant
onderofficieren, 1 Staf hoornblazer, 2 Stafschrijvers, 1 Korporaal
kleermaker, 1 Korporaal - schoenmaker, 6 Sergeant - majoor, 6
Fouriers, 38 Sergeanten, 74 Korporaals, 6 Tamboers, 12 Hoornbla
zers, 106 Infanteristen le klasse en 645 Fuseliers, terwijl de
karabijn metrailleur afdeling 6 paarden telt.
Zowel bij het bataljon als bij het halve bataljon is voorts
een Luitenant-adjudant ingedeeld.
Met de leiding, de opleiding en de oefening van het legioen
is een Majoor of Kapitein der infanterie van het Leger belast,
die de titel heeft van „Officier-Leider", en rechtstreeks aan de
Gouverneur van Soerakarta ondergeschikt is. Voor de leiding, de
opleiding en de oefening van het Legioen echter is de Officier-
Leider verantwoordelijk aan de Commandant der 2e Divisie te
Magelang. De oefeningen van het Legioen worden door de ba
taljonscommandanten in overleg met de Officier-Leider geregeld,
in wiens tegenwoordigheid de oefeningen zoveel mogelijk plaats
hebben.
Voorts zijn voor de leiding en de oefening nog aan het Le
gioen toegevoegd 3 Onderofficieren-onderwijzer der infanterie van
het Leger en voor de administratie een Sergeant-majoor of
Adjudant-onderofficier der Militaire Administratie, die allen, even
als de Officier-Leider, door of namens de Legercommandant aan
gewezen en bij het Leger „voor herinnering" gevoerd worden.
In alles wat het Legioen betreft, zal het Hoofd van het Mang-
37