Page 47 - Het staatsrecht van het Mangkoenagarase Rijk
P. 47
grootste Vorstenlandse codificatie op Zondag 3 Besar Wawoe
1745 = 4 October 1818 der vier bekende Javaanse wetten:
1. de Angger Ageng of het „Grote Wetboek", dat zich zelf
angger-anggeran d. i. „diverse wetbepalingen" noemde en be
paaldelijk tegen de eeuwige „prangdesa" (desa-oorlogen) en to
gen de stremming van het verkeer in de toenmaals grotere Vor
stenlanden was tot stand gekomen;
2. de Nawala Pradata of de „instructie voor de (criminele)
rechtbank", die een vernieuwing van de oude Kartasoerase re
dactie was;
3. de Angger Sepoeloeh of het „Wetboek voor de tien man
nen", handelende over het administratieve en agrarische recht
voor Solo; en
4. de Angger Aroebiroe of de „Rustverstoorders-Wet", een wetje,
dat speciaal gemaakt werd voor het eeuwige geharrewar tussen
Solose en Djocjase desa's in de Nagaragoeng extra te kunnen
tegengaan.
Want wat zien we? Dat die condificatie, nadat zij in het
fort te Klaten op 15 October 1817 voorbereid was, vastgesteld
werd door de residenten van Prehn en Nahuys, de rijksbestuur
ders van Soerakarta Sasradiningrat (II) en van Djocjakarta Da-
noeredja (IV) en de beide onafhankelijke prinsen Pangeran Adi-
pati Praboe Prangwadana (II) en Pangeran Adipati Pakoe Alam
(O-
Dat vóór die codificatie het Mangkoenagaranse Zelfbestuur
nog geen eigen wetgevende bevoegdheid had, blijkt wel uit het
feit, dat de eerste Angger Ageng van 6 Soera Wawoe 1697 = 21
April 1771 een contract was tussen de rijksbestuurders Sasradi
ningrat (I) en Danoeredja (I); de Nawala Pradata van 30 Moeha-
ram Wawoe 1697= 15 Mei 1771 enkel door de Soenan werd
uitgegeven evenals de latere vernieuwing daarvan in 1784; de
voorloper van de Angger Sepoeloeh, de Serat Parembagan of
„raadsgeschrift" van de Soerakartase-rijksbestuurder; de Angger
Aroebiroe van Zondag 11 Soera Alip 1699 == 4 April 1773 slechts
tussen Solo en Djocja tot stand kwam zonder — althans zichtbare —
medewerking van het Hoofd van het Mangkoenagarase Huis.
Ook na het codificatiejaar 1818 bovengenoemd vertoonde het
Mangkoenagarase Rijk trouwens nog steeds weinig wetgevings
activiteit. Vele pranatans van dit Rijk waren niets anders dan
toepasselijk verklaarde verordeningen van het Soenanaat, zoals de
41