Page 49 - Het staatsrecht van het Mangkoenagarase Rijk
P. 49
De bedoeling van dat staatsblad was ook alleen om de toe
passing der Vorstenverordeningen door de Gouvernementsrechter
te verzekeren (verg. van Vollenhoven Adatrecht I pag. 655 en
Carpentier Alting Grondslagen 2 pag. 313), geenszins om 's Vor
sten wetgevingsbevoegdlieid te bevestigen. Dat was nodig, om
dat Landraden en Hof als van zelf sprekend aannamen, dat mèt
de invoering van de Gouvernementsrechtspraak in de Vorsten
landen aldaar het Gouvernements privaat- en strafrecht van toe
passing werd, in tegenstelling met de Raad van Justitie van Se-
marang en het departement.
Met de bovengenoemde verordeningen worden gelijkgesteld
de vóór het in werking treden der ordonnantie zonder zodanige
medewerking door de betrokken Zelfbestuurders vastgestelde
verordeningen, aldus art. 2 van Stbl. 1911 no. 569. Bedoeld
worden hier zeker de pranatans ( = regelingen), de oendangs-
oendangs (— bekendmakingen), en de dedawoehans (= instruc
ties of bevelen), wat men tegenwoordig onveranderd pranatans
noemt.
Eigenaardig is het, dat in deze ordonnantie nog gesproken
wordt van „verordeningen, welke vóór de inwerkingtreding van
deze ordonnantie zonder zodanige medewerking (van het Hoofd
van gewestelijk bestuur), „werden vastgesteld" althans voor de
Mangkoenagaran. Kon zo iets nog gebeuren na Stbl. 1874 no. 211 ?
Dan moesten die verordeningen zeker verordeningen zijn, welke
niet door de politierol toegepast hoefden te worden.
Feiten strafbaar gesteld bij de zelfbestuurspranatans worden
steeds als overtredingen beschouwd (art. 2a). Dit betekent, dat
de wetgevende bevoegdheid der Zelfbesturen beperkt is tot
kleinere strafzaken. Misdrijven kunnen niet binnen haar kring
meer vallen. Moeten we dit reeds als bewijs van de mindere
rang der zelfbestuurswetgevende bevoegdheid beschouwen, des
te meer blijkt deze minderwaardigheid uit de bepaling van de
ordonnantie, dat de pranatans geen „onderwerpen", welke reeds
bij de in die ordonnantie genoemde algemene verordeningen
voorzien zijn, mogen regelen.
14. Sedert 1917 krijgen we in de M. N., evenals in de andere
Vorstenlandse Zelfbesturen, een 'rijksblad, waarin, volgens zijn
eerste nummer, alle verordeningen (oendang-oendangs en prana
tans) doorlopend zullen worden opgenomen. Deze verzameling
43