Page 53 - Het staatsrecht van het Mangkoenagarase Rijk
P. 53
17. Met de invoering van het nieuwe Vorstenlandse gron-
denrecht bij de zgn. agrarische reorganisatie van de Vorstenlanden
(1917) krijgen we in de Mangkoenagaran de onteigeningsfiguur,
zoals wij die in de Gouvernementslanden kennen. Rechten op de
grond, onverschillig wat voor naam ze hebben, kunnen alleen
worden onteigend in het algemeen belang, aldus de pranatan op
genomen in Rijksblad 1917 no. 14 art. 3.
De in bovengenoemd artikel omschreven wijze van ontei
gening ten algemene nutte zal binnenkort worden vervangen door
een afzonderlijke onteigeningsverordening, welke op de zgn. Agra
rische Verordening (der Vorstenlanden) steunt.
Dat het Mangkoenagarase Rijk deze onteigeningsbevoegd
heid bezit, spreekt van zelf. Te meer wanneer men bedenkt, dat
de Mangkoenagaranse gronden (met de opgezetenen) oorspron
kelijk privaatrechtelijk eigendom van de Vorst waren en deze
gronden eerst aan de patoeh, later aan de nieuw gevormde de
sa's en de opgezetenen in gebruik bij decreet werden gegeven
om ten slotte tot zulk een modern grondenrecht te worden ge
maakt, dat slechts onteigening in het algemeen belang geoor
loofd is.
18. Daar eenheid van wetgeving in de Vorstenlanden èn on
derling èn tussen de Zelfbesturen en het Gouvernement nood
zakelijk wordt geacht, is het nodig, dat men in de Vorstenlan
den een lichaam bezit, dat genoemd doel vergemakkelijkt. Hier
voor richt men in 1934 een „Commissie voor de Wet
geving", die tot taak heeft, het uitbrengen van adviezen over
ontwerppranatans, welke door de Gouverneurs aan de Zelfbe
sturen worden toegezonden en soms ook het ontwerpen van de
pranatans der Zelfbesturen zelf.
Deze Commissie voor de Wetgeving staat los van de Ambtenaar
voor de Wetgeving, die het Gouvernement ter beschikking van de
beide Gouverneurs in de Vorstenlanden stelt. Haar vergaderingen
houdt zij dan ook zonder genoemde ambtenaar voor de wetge
ving. Ook is het regel, dat alleen de leden, waaronder de voor
zitter en de secretaris begrepen zijn, aan de besprekingen deel
mogen nemen. Zo nu en dan kunnen echter ook andere personen
voor bijwoning dier besprekingen worden uitgenodigd.
19. De politiebevoegdheid,
Ook de politiebevoegdheid van het Mangkoenarase Rijk, d. i.
47