Page 54 - Het staatsrecht van het Mangkoenagarase Rijk
P. 54

de  bevoegdheid  om  de  burgers  te  dwingen  de gestelde  normen
                na  te  leven,  wortelt,  evenals de  wetgevende  bevoegdheid,  in  de
                eerste  plaats  in  diens adatstaatsrecht.
                    Op  grond  van  het  feit,  dat  ei'  in  1840 een  speciale  angger
                [wetboek] voor de politieambtenaren [goenoengsl der Vorstenlandse
                Zelfbesturen  vastgesteld  werd  fde angger  goenoeng van  Maandag
                15  Arwah  Bé  1768 = 12  October  1840],  kunnen  we gerust  aan­
                nemen,  dat  het  Mangkoenagarase  Rijk,  evenals  de andere  Vor­
               stenlandse  Zelfbesturen  volgens  zijn  adatrecht  politiebevoegdheid
                bezal.  Wie  een  eigen  politieorganisatie  voor  de  eigen  diensten
                bezit,  heeft  noodzakelijk  ook  politiebevoegdheid.  Men  kan van de
               Mangkoenagarase  politiebevoegdheid  zelfs  zeggen,  dat  zij  fecht
               Javaans] arbitrair  was.
                    Doch  sedert  het  Mangkoenagarase  Zelfbestuur naar het model
               van  de  Ned.  Ind.  Regering  geregeerd  werd  [omstreeks  1848],
               neigde  men  meer  en  meer  naar  de Gouvernements politiepractijk
               dier  dagen  ['],  om  ten  slotte  uit  te  komen  op  de  hedendaagse
               legaliteit  van  de  politiedwang, zoals  die  voor  een  land  als  Indië
                                                                          2
               mogelijk is d. w. z. legaliteit behoudens de talrijke  noodgevallen  f ].
               20.  De  voorbereiding  tot  deze  belangrijke  stap  vooruit  kun­
               nen  we  reeds  zien  in  het  staatsblad  van  1848  no.  9,  dat  de
               Mangkoenagaranse  politie  en  justitie  op analoge  wijze  als  in  de
               Kasoenanan  reorganiseerde.
                   Ter  handhaving  van  de  openbare  rust  en  veiligheid  in  het
               gebied  van  de  Pangeran  Adipati  werden  aan  deze  Prins  een  be­
               paald  getal  politiehoofden  onder  de  oude  titel  van  Hoofd-  en
               gewone  goenoengs  toegevoegd.
                   De  leiding  en  het  oppertoezicht  dier  politie  berustte  bij  de
               Resident  van  Soerakarta.  Aan  de  diverse  ondergeschikte  politie­
               hoofden  werden  bij  het  zelfde  staatsblad  instructies  vanwege  de
               Ned.  Ind.  Regering  gegeven.
                   Genoemd  staatsblad  werd  later  gewijzigd  bij Staatsblad 1874
               no.  211  en  eindelijk  bij  Staatsblad  1903  no. 8.
                   Bij  pranatan  van  11 Maart  1915  no. 6/Q  opgenomen in Rijks­
               blad  1917  no.  28 [gew.  bij  no.  29]  kregen  we  in  de  Mangkoe-
               nagaran  een  nieuwe  politieorganisatie  de  „Reksapradja's".  De
               ')  Zie  hiervoor Logemanns Mededeeling over „Indië's staatsorde  vóór 1854"
                 hfst. 4  en  5.
               2 )  Verg.  Mr.  H.  A.  Idema  „Leerboek  van  het  Landraad-strafprocesrecht  in
                 zaken  van  Misdrijf"  pag. 37.

               48
   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59