Page 59 - Het staatsrecht van het Mangkoenagarase Rijk
P. 59

bracht  papieren  geld,  of  wel  het  met  kennis  in  omloop  brengen
         van  alzo  nagemaakte  of  vervalste  bankpapieren  of  papieren geld;
         landverraad,  oproer,  diefstal  in  verenigde  of  gewapende  benden
         of  met  geweld  gepleegd,  en  in  het  algemeen  alle  zodanige  mis­
         drijven,  welke  met  de  dood  of  met  de  straf  naast  die  des doods
         konden  worden  gestraft;
         3e.  gewelddadig  verzet  en  het  plegen  van  dadelijkheden  tegen
         het  openbaar  gezag,  bloedstorting  of  kwetsing  te  weeg  gebracht
         hebbende.
             De  misdrijven,  waarop  de  doodstraf  stond,  moesten  door de
         Pradata  van  Z.  H.  de  Soesoehoenan  van  Soerakarta  worden  be­
         oordeeld,  terwijl  de  overige  hierboven  onder  sub le, 2e en 3e ge­
         noemde  misdrijven  tot  de  kennisname  van  de  Pradata  Mang-
         koenagaran  ter  hoofdplaats  Soerakarta  bleven  behoren.
             De  hoofdgoenoengs  of  afdelingshoofden  werden  daarbij  be­
         voegd  verklaard  om  in  overeenstemming  met  de  betrokken  as­
         sistent-resident,  overtredingen  van  politiereglementen  en  kleine
         misdrijven  te  berechten  en  naar  bevind  van  zaken  straffen  op  te
         leggen  van  ten  hoogste  drie  maanden  ten  arbeidstelling  aan  de
         publieke  werken  voor  de  kost  zonder  loon  of   boete  van  ten
         hoogste  f  100.—  (een  honderd  gulden),  met  een  hoger beroepin-
         stantie  bij  de  Pangeran  Adipati,  die  dan  in  overeenstemming
         met  de  Resident  van  Soerakarta  moest  beslissen.

         25.  Sedert  1903  heeft  men  in  de  Mangkoenagaran  tot  heden  toe
         nog  slechts  de  verwantenrechtspraak  d.  i.  de  rechtspraak  over de
         verwantengroep  des  Vorsten.  De  overige  burgerlijke  en  straf-
         lechtspraak  komt  de  Ned.  Ind.  Regering  toe.   Deze  is  bij
         Staatsblad  1903  no.  8  jo.  7  geregeld.
             Overeenkomstig  art.  2 § 1  van  genoemd Staatsblad  1903 no.
        B  jo.  7  zijn  aan  de  kennisneming  en  beslissing  van  het  Hoofd
        van  het  Mangkoenagarase  Huis  onderworpen  de  strafzaken  we­
        gens  leiten  gepleegd  binnen  het  Mangkoenagaranse  gebied en  de
         burgerlijke  zaken,  indien  gedaagden  in  dit  gebied  ')  woonachtig
        zijn:
        a)   tegen  de  hoofd-en  bijvrouwen  van  de  regerende  Vorst  en
        van geregeerd hebbende Vorsten, zowel in  leven als reeds overleden;
        b)   tegen  de  bloedverwanten  in  de  nederdalende linie  tot en  met
        ')   Met  Stbl.  1933  no. 422  omvat  dit  gebied  ook  het  M.  N,  landschap
            Ngawèn,  in  het  gouvernement Jogjakarta.

                                                                   53
   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64