Page 60 - Het staatsrecht van het Mangkoenagarase Rijk
P. 60

de  vierde  graad  ingesloten,  van  de  regerende  Vorst  en  van  ge­
               regeerd  hebbende  Vorsten,  zowel  in  leven  als  reeds  overleden;
               c)   tegen  de  hoofdvrouwen  van  in  leven  zijnde  en  van  reeds
               overleden  zonen  van  de  regerende  Vorst   en  van  geregeerd
               hebbende  Vorsten;
               d)  tegen  de  bijvrouwen  van  nog  in  leven  zijnde  en reeds  over­
               leden  zonen   van  de  regerende  Vorst  en  van  geregeerd  heb­
               bende  Vorsten;
               e)   tegen  de  echtgenoten  van  nog  in  leven  zijnde  vrouwelijke
               bloedverwanten  in  de  nederdalende  linie  tot  en  met  de  vierde
               graad  ingesloten  van  de  regerende  Vorst  en  van  geregeerd
               hebbende  Vorsten,  zowel  in  leven  als  reeds  overleden,  en  de
               weduwnaars  van  diezelfde  vrouwelijke  bloedverwanten,  vaders
               van  een  bij  haar  verwekt  nog  in  leven  zijnd  kind,  dat  de  in  le­
               ven  zijnde  Vorst  of  een  reeds  overleden  Vorst  minstens  nog  in
               de  vierde  graad  van  bloedverwantschap  bestaat;
               f)   tegen  de  hoofdvrouwen  van  de  nog  in  leven  zijnde  manne­
               lijke  bloedverwanten  in  de  nederdalende  linie  van  de  tweede,
               derde  en  vierde  graad  van  de  regerende  Vorst  en  van  gere­
               geerd  hebbende  Vorsten,  zowel  in  leven  als  reeds  overleden  en
               de  weduwen  van  diezelfde  mannelijke  bloedverwanten,  zolang
               deze  niet  hertrouwen;
               g)   tegen  de  ouders  en  grootouders,  zomede  overgrootouders,
               zowel  van  vaders-  als  van  moederszijde  van  de  hoofdvrouw(en)
               van  de [regerende  Vorst  en  van  geregeerd  hebbende  Vorsten,
               zowel  in  leven  als  reeds  overleden,  zomede de broers  en  zusters
               van  diezelfde  hoofdvrouw;
               h)   tegen  de  ouders  en  grootouders,  zowel  van  vaders- als  van
               moederszijde  van  de  bijvrouwen  van  de  regerende  Vorst  en  van
              geregeerd  hebbende  Vorsten,  zowel  in  leven als  reeds  overleden,
               zolang  deze  bijvrouwen  niet  hertrouwen;
              k)   tegen  's  Vorsten  patih,  de  hoofdpengoeloe,  de  hoofdofficie­
              ren  van  het  Legioen  van  Mangkoenagaran,  hun  hoofd-  en  bij­
                       1
              vrouwen. )
                   In  de  gevallen,  dat  boven  genoemde  personen  Gouverne­
              mentsambtenaren  mochten  zijn,  zijn  ze  aan  de  overgelaten  ver­
              wantenrechtspraak  onttrokken  sedert  Stbl.  1909  no.  320.

              ')  Enige  catagorieën  van  personen  in  de  ordonnantie  genoemd, hebben  we
                 hier  weggelaten,  daar  ze  in  de  Mangkoenagaran  onbekend  zijn, zoals  de
                 Kroonprins,  de  Pangeran  Sentana  etc.

              54
   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65