Page 46 - Het staatsrecht van het Mangkoenagarase Rijk
P. 46
betrekking hebben, reppen hierover niet b. v. de overbekende re
geling van 1903, waarbij met de Vorstenlandse Zelfbesturen aan
gaande de rechtspraak in deze gewesten gecontracteerd werd.
Hoogst waarschijnlijk ging men er toen nog van de veronder
stelling uit, dat het Rijk vereenzelvigd moest worden met de Vorst.
Enigszins op andere gronden neemt Duurvoort in zijn proef
schrift „Rechtspersonen in de Nederlandsche Koloniën" pag. 3
en 6 aan, dat de inheemse zelfbesturen geen rechtspersoonlijkheid
bezitten. Wij van onze kant daarentegen nemen die rechtsper
soonlijkheid, althans voor het Mangkoenagaranse Zelfbestuur en
nu, wèl aan en wel op de volgende redenen:
Ten eerste omdat het Mangkoenagarase Rijk sinds 1912 een
van de huishouding van de Vorst geheel afgezonderde openbare
kas ('s Rijkskas) bezit, waardoor het Rijk over een eigen vermo
gen beschikt, dat eventueel voor diens verbintenissen aansprake
lijk is. (Verg. Rijksblad 1917 no. 17 zoals het sedert gewijzigd
is bij R. 1917 no. 18, 1926 no. 3 en 12; en R. 1930 no. 6 be
treffende het algemeen beheer van het Fonds van Mangkoenaga
ranse Eigendommen);
Ten tweede, omdat het Mangkoenagarase Rijk organen heeft,
welke 's Rijks vermogen beheren niet alleen, maar ook dat ver
mogen op naam van de gemeenschap mogen verbinden (verg.
dezelfde pranatans als boven en R. 1926 no. 7 jo. 1928 no. 6); en
Ten derde, omdat het Rijk vertegenwoordigd door één of
meer zijner organen als proces-partij kan optreden (verg. R. 1917
no. 17 art. 17 onder a en de talrijke transacties van het Rijk,
waarbij de Regent Patih vertegenwoordiger is ook in een even
tueel te voeren twistgeding).
13 De wetgevende bevoegdheid.
De wetgevende bevoegdheid of de bevoegdheid van het
Mangkoenagarase Rijk om derden voor te schrijven, hoe zij zich
in het algemeen belang hebben te gedragen, wortelt allereerst in
diens adatstaatsrecht. Volgens dit recht bezit het Mangkoenaga-
ïase Rijk aanvankelijk geen zelfstandige wetgevingsbevoegdheid.
Deze berustte geheel bij het Soenanaat. De Mangkoenagaran was
toen immers nog een deel van dit Rijk.
Een zelfstandig naar buiten optreden op wetgevingsgebied van
dit Mangkoenagarase Rijk kunnen we pas constateren bij de
40