Page 42 - Het staatsrecht van het Mangkoenagarase Rijk
P. 42

huishouding  het  recht om  demang  en de  daaronder  ressorterende
               rangga's  aan  te  stellen.
                   Voordat  genoemde  poetra's  tot  aanstelling  van  één  zijner
               bedienden  tot  demang  dan  wel  rangga overgaan,  moeten ze  daar­
               voor  echter  eerst  vergunning  aan  het Rijksbestuur  vragen. Dit legt
               het  desbetreffende  verzoek  aan  de  regerende  Vorst  voor,  die dan
               op  het  verzoek  beschikt.  Geeft  hij  zijn  toestemming, dan vaardigt
               de  Vorst  een  besluit  uit,  waarin  staat,  dat  op  verzoek  van  die
               en  die  pangeran  of  aria  aan  die  en  die  persoon  de  rang  en
               titel  verleend  wordt van  demang  of  rangga  met de  bepalingerbij,
               dat  die  aanstelling  buiten  bezwaar  van  het  Rijk  geschiedt  en  de
              eedsaflegging  door  de  betrokken  poetra  of  aria  zelf  moet  wor­
              den  afgenomen.
                   Zoals  gezegd,  zijn  deze  demangs  en  rangga's  meer  pri­
              vaatrechtelijke  bedienden  van  de  pangcrans   of   aria's  dan
              Rijks-ambtenaren,  daar  zij  behalve  het  recht  tot  het  voeren  van
              de  rang  en  titel  (natuurlijk  met  de  daarbij  behorende  oepatja-
              ra's  —  waardigheidsdistinctieven)  geen  andere  staatsrechtelijke
               bevoegdheden  (meer)  hebben.
                   Ter  herinnering  vermelden  we  hier,  dat  de  poetra-sentana
              (zgn.  graadpersonen)  onder  het bestuur  hunner wadana's  sinatrija
              staan  (er  zijn  er  vier)  en  worden  als  volgt  ingedeeld :
              1.   de  poetra  sentana  van  M.  N.  I  - II;
              2.   idem  van  M.  N.  III - IV;
              3.   idem  van  M.  N.  IV ) - V,  en
                                     1
              4.   idem  van  M.  N,  VI - VII.

              11.  De  pradjoerit.
                  De  pradjoerits  (legioen)  verdienen  hier  behandeling  ze­
              ker  niet  alleen,  omdat  het  Mangkoenagarase  Legioen  een  deel
              van  het  M.  N.  Rijk  is,  maar  ook  om  historische  redenen.  Het
              Mangkoenagarase  Rijk  is  geworden  zoals  het  nu  is,  juist  omdat
              de  Mangkoenagara's  ware  ridders  en  trouwe krijgsoversten-bond­
              genoten  van  het  Ned.  Gezag  zijn  geweest.  Over  de  praestaties
              van  het  M. N.  Legioen  leze men  het  door  H. F. Aukes  opgestelde
              gedenkboek  „Het  Legioen  van  Mangkoenagoro".  Hier  halen  we
              uit  dat  boek  slechts  de  staatsrechtelijke  gedeelten  van  deze  tak
              ')  M.  N.  IV  wordt  hier  tweemaal  genoemd,  omdat  zijn  poetra  sentana uit
                twee  groepen  bestaan:  1  bestaande  uit  de  poetra  sentana  uit  het eerste
                huwelijk  en  2  bestaande  uit  dezelfde  personen  uit  het  tweede  huwelijk.
             36
   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47