Page 23 - DBFM in exploitatie e-booklet
P. 23
scherpe calculaties uit het verleden. Meerwerk en kortingen geven dan spanning aan beide zijden. De link met besluitvorming en de druk die daardoor ontstaat op het rendement van de marktpartijen, is hier ook weer evident.
Er blijkt vanuit Rijkswaterstaat behoefte te bestaan om meer inzicht te krijgen in het verdienmodel van de markt. Hoe disproportioneel zijn boetes eigenlijk en hangt dat niet mede af van met welke partij je precies praat? Er wordt gewerkt met tarievenlijsten. Zijn die vergelijkbaar en/of waarom niet?
Een andere interessante vraag is wat partijen anders doen in een DBFM contract. Rijkswaterstaat volgt precies of er in de praktijk wordt uitgevoerd wat er is afgesproken, maar wat zouden zij doen als ze zelf het project in beheer zou hebben? Dezelfde vraag geldt dan voor de markt: wat doe je anders in een DBFM wat je traditioneel zelf niet (meer) zou doen? Zijn uit dergelijke analyses geen kostenbesparingen te realiseren of is daarmee niet een ‘pot’ te creëren waarmee additionele activiteiten (bijvoorbeeld rond veiligheid) kunnen worden gefinancierd? Over ‘potten’ gesproken: moeten kortingen niet binnen het project blijven wederom als financiering voor toekomstige verbeterprojecten of creëert dat juist ongewenste prikkels? Is er voldoende ruimte en vertrouwen om het hier met elkaar over te kunnen hebben? Op dit gebied zijn wij in tegenstelling tot andere onderwerpen minder best practices tegen gekomen.
8. Administratieve/rapportage lasten rationaliseren
___________________________________________________________________________
23