Page 26 - Brochures_Lessen
P. 26

                                   24
Afbeelding en gedicht over de ideale dorpsschoolmeester. Enkhuizer Almanak tot Nut van ’t Algemeen, 1846. Collectie Nationaal Onderwijsmuseum
scholen en het beroepsonderwijs. Historisch bezien
zijn de inspanningen van het Nut een succesnummer. Tal van initiatieven kregen niet alleen waardering, maar ook opvolging. Ze werden gemeengoed in zowel het kleuteronderwijs, het tekenonderwijs, de handenarbeid, de gymnastiek als de volkszang.
MELAATS
Rond 1900 kon de Maatschappij terugkijken op meer dan een eeuw vooruitgang. Ook binnen het onderwijs. Dat was ten tijde van de oprichting van het Nut – en lang nog daarna – veelal bedroevend. Citaat uit 1801 van J.H. van der Palm (1763-1840),‘agent van Nationale Opvoeding’:
In het onderwijs der scholen is niet maar hier en daar iets regt te brengen, maar alles, het eene melaatscher dan het andere, te herstellen en te herscheppen.
Van der Palm schreef zijn aanklacht over de huisvesting, het aanbod van leermaterialen, over het lage niveau der leerkrachten, hun slechte motivatie en hun magere betaling. Hij vervolgt:
De onderwijzers der jeugd, door het gemis van eeni- gerhande aanmoediging, door het uitblusschen van allen naijver, door gebrek aan de noodige opleiding, en nog meer dan dit alles, door kommer en behoef-
te in eenen staat van diepe vernedering gezonken, hebben geen denkbeeld van den aard en het gewigt hunner bestemming.
Het Nut stelde daar wat tegenover en deed dat praktisch en tot in alle uithoeken van het land. Plaatselijke afde- lingen (‘departementen’) stichtten eigen scholen met een duidelijk ander niveau, een andere signatuur dan de meeste andere scholen; eerst het kleuteronderwijs, daarna ook scholen voor lager onderwijs. Ingewijden ontging dit niet; men was er zelfs redelijk tevreden over. In het Onderwijsmuseum is te lezen hoe een inspecteur van het Onderwijs uit de tijd van de Frans-Bataafse Tijd (1794-1814) in de Lentemaand (maart) van 1812 rappor- teert:
De eerste verbeteringen en het voorbeeld, naar welke men de scholen gevormd heeft, waren de uitwerkselen der pogingen eener weldadige Maatschappij , onder de zinspeuk: Tot Nut van ’t Algemeen.
Het Nut stond ook aan de wieg van het herhalingson- derwijs. Jongeren en ouderen, die hun lagere school niet hadden afgemaakt of het merendeel van het gebodene domweg waren vergeten, konden (vaak via avondscholen) naar een soort herhalingscursussen. Een tweede kans. Er werd ook onderzoek naar gedaan: in 1823 verscheen het rapport Onderzoek naar de oorzaken






















































































   24   25   26   27   28