Page 25 - Brochures_Lessen
P. 25

                                grafieën van ‘Het Nut’, uitgegeven bij S.L. van Looy, Amsterdam. De serie liep tot 1917. Bildung en éducation permanente zijn begrippen die op deze lange reeks van toepassing zijn. De onderwerpen zijn uiteenlopend en voor hun tijd erg actueel: De staat en de koepokinen- ting (1890), De maatschappelijke en rechtstoestand
der vrouw in Nederland in 1896 (1896), Het recht der waarheid tegenover de Staat (1902), Onze ziekenfondsen (1902), De vredesbeweging (1914), De beginselen der draadloze telegrafie (1913). Maar vaak ging het ook om de behandeling van bijna praktische zaken: De strijd tegen smetstoffen (1889), De invloed van alcoholische drank op het menschelijk lichaam (1889), Modedwaasheden (1905), Eenvoudige boekhouding (1913). Voor ieder wat wils.
MER À BOIRE
Meer dan twee eeuwen Maatschappij tot Nut van het Algemeen resulteerde uiteindelijk in een zeer uitgebrei- de bibliotheek met bijzondere uitgaven. In 2017 werd deze rijke boekencollectie officieel overgedragen aan het Nationaal Onderwijsmuseum. De Nut-collectie van het Onderwijsmuseum heeft een centrale plaats in het Onderwijsmuseum gekregen, in een deels open kast midden in het museum, toegankelijk voor iedereen die geïnteresseerd is in de maatschappelijke ontwikkeling van Nederland. Wie van archaïsch taalgebruik houdt, wie kruidige citaten zoekt, wie oud boekwerk met stevige leren ruggen wil bewonderen kan hier vooruit. De diversiteit aan geschriften is enorm: van de reeks Verhandelingen, waarin de winnaars van prijsvragen, tot het Groninger Weekblad voor de zoogenaamden ge- meenen man, tot hele jaargangen ‘Kleine Geschriften’, waarin tal van monografieën. En alles daar tussenin.
Maar veel belangrijker nog: er is hier van alles te le- zen over de invloedrijke rol van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen in het maatschappelijk leven, inclusief het onderwijs, in het Nederland van de afgelopen twee eeuwen. Een rol die nog nader kan (en moet!) worden onderzocht. De collectie nodigt uit tot onderzoek, stu- die, scripties, hele proefschriften. Een waar mer à boire, zorgvuldig als eenheid bewaard, van grote nationale betekenis.
PRIJSVRAAG
Vanaf eind 2017 is de collectie uitvoerig geïnventariseerd en gerangschikt waarbij TMS (The Museum System),
het collectiebeheersysteem van het museum, goede diensten heeft bewezen. Cor den Boer, onder meer oud-voorzitter van het Nut en momenteel vrijwilliger
bij het Onderwijsmuseum, houdt zich daar ook nu
nog mee bezig. In de collectie bevinden zich ook oude werken. Het oudste boek is van 1786, van twee jaar na de oprichting van de vereniging. Het is een verhande- ling over het bestaan van God. De auteur was Petrus Schouten (1745-1805), een rooms-katholieke pastoor uit Oegstgeest. Hij won de prijsvraag die het Nut over het onderwerp had uitgezet. Een veelgebruikte procedure bij het Nut, zo’n prijsvraag. Wie het beste verhaal op een
vraag leverde kreeg als beloning een gouden penning én zijn publicatie werd in de reeks ‘Verhandelingen’ uitgegeven.
HET NUT EN HET NEDERLANDSE ONDERWIJS
De eerste uitgave betrof dus een godsdienstige verhan- deling, waarvan er nog meer zouden volgen. Allemaal in de lijn van oprichter Jan Nieuwenhuyzen, de predi- kant die het Nut aanvankelijk op christelijke waarden, deugdelijkheid en goede zeden richtte. Zijn zoon Martinus Nieuwenhuyzen zette zijn werk voort, maar concentreerde zich vooral op het onderwijs. Het werd daarmee één van de rode draden in de verzameling van ‘Het Nut’. Tientallen schoolboekjes, tijdschriftartikelen, verslagen van lezingen en vergaderingen vertellen het verhaal van het Nederlandse onderwijs vanaf het eind van de 18e eeuw.
In 1787 zien we al een titel als Leeslesjes voor het kunstmatig lezen en in 1792 het Rekenboek voor de Nederlandsche Schooljeugd. Geen lichte kost, dat rekenboek. Het was zó moeilijk, dat de auteur soms zelf verstrikt raakte in de antwoorden op zijn sommen. In 1799 kwam er een correctie, een uitgave met de titel Nieuwe Antwoorden op de Rekenkundige Vragen van H. Aeneae. Rekenwonders van deze tijd kunnen in het Onderwijsmuseum uitzoeken of die nieuwe antwoor- den op hun beurt wél kloppen.
Onderwijs zou in de loop der tijd in de volle breedte worden benaderd: van bewaarscholen tot een seminari- um voor pedagogiek, van wetgeving tot kweekscholen, van schoolse oefeningen taal en rekenen tot huishoud-
‘de verbetering van het schoolwezen en de opvoeding der jeugd als de voor- naamste grondslag ter vorming, verbetering en beschaving van den burger’ – Deze tijdens de oprichtingsvergadering geformuleerde doelstelling van het NUT op16 november 1784 werd in veel publicaties uitgewerkt.
Collectie Nationaal Onderwijsmuseum
   23

















































































   23   24   25   26   27